Nederlands
Er bestaan de volgende
bevestigingsmogelijkheden:
De machine zo bevestigen dat deze bij het wer-
ken niet kan wegglijden.
Schroeven [5A]: Machine met vier schroeven
op het werkvlak bevestigen. Hiervoor dienen de
boorgaten [5A-1] in de vier steunpunten van de
zaagtafel.
Schroefklemmen [5B]: Machine met schroef-
klemmen [5B-1]op het werkvlak bevestigen. De
steunpunten dienen, met inachtneming van het
zwaartepunt, voor een veilige bevestiging.
Spanset voor MFT [5C]: Machine met de span-
set [5C-2] op de Festool multifunctionele tafel
MFT/3 of MFT/Kapex (SZ-KS) bevestigen. Hier-
voor dienen de zeskantige gaten [5C-1] aan
weerskanten bij de tafelverbreding.
Onderstel UG-KAPEX KS 60[5D]: De bij het on-
derstel gevoegde montagehandleiding in acht
nemen.
6.3
Transport
VOORZICHTIG
Gevaar voor beknelling
Zaagaggregaat kan uitklappen/uitschuiven
► Het transport van de machine moet altijd in
de daarvoor bestemde transportstand
plaatsvinden.
Gevaar voor letsel! Machine kan bij het
dragen uit de hand glijden. Machine altijd
met beide handen aan de daarvoor bestemde
draaggrepen [6] vasthouden.
Machine beveiligen (transportstand)
► Aansluitkabel op de kabelopwikkeling
[2-11] wikkelen en met kabelklem [2-1]
fixeren.
►
Zaagaggregaat in achterste stand bewegen
en met draaiknop [1-5] vergrendelen.
►
Zaagaggregaat in verticale stand draaien.
▷ Sterknop [2-9] losdraaien,
▷ zaagaggregaat in verticale stand bren-
gen,
▷ sterknop dichtdraaien.
►
Zaagaggregaat vergrendelen.
▷ Veiligheidstoets [1-2]indrukken en vast-
houden.
▷
Zaagaggregaat tot aan de aanslag naar
beneden bewegen.
▷
Hendel voor transportvergrendeling
[1-6]omslaan.
▷
Veiligheidstoets loslaten.
76
Het zaagaggregaat bevindt zich in de onder-
ste stand.
►
Draaischijf in rechtse positie draaien.
▷ Draaiknop [2-6] losdraaien.
▷ Vergrendelhendel [1-11]indrukken en
vasthouden.
▷ Draaischijf [1-12] tot aan de aanslag
naar rechts draaien.
▷ Vergrendelhendel loslaten, draaiknop
vastdraaien.
Machine bevindt zich in transportstand [6].
De beoogde draaggrepen zijn de handgre-
pen van het zaagaggregaat [6-1], in de ka-
belopwikkeling [6-3] en de tafelverbredin-
gen [6-2](in gefixeerde toestand!).
6.4
Werkstand
Machine ontgrendelen (werkstand)
► Zaagaggregaat in verticale positie (zaagblad
verticaal) draaien [10].
►
Zaagaggregaat tot de aanslag naar beneden
drukken en vasthouden.
►
Hendel voor transportvergrendeling [1-6]
omslaan.
►
Zaagaggregaat langzaam omhoog laten ko-
men.
►
Aansluitkabel afwikkelen en stekker in
stopcontact steken.
Machine is klaar voor gebruik.
6.5
In-/Uitschakelen
► Elektrische veiligheid van de stroomaan-
sluiting controleren.
►
Werkstand tot stand brengen resp. vergren-
deling van het zaagaggregaat losdraaien.
►
Veiligheidstoets [1-2] indrukken en vast-
houden.
►
In-/uitschakelaar [1-3] indrukken en vast-
houden.
indrukken= AAN
loslaten = UIT
7
Instellingen
7.1
Electronic
De machine bezit een elektronica met de vol-
gende kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
ervoor dat de machine stootvrij aanloopt.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop [2-5] trap-
loos in het toerentalbereik worden ingesteld.
Daardoor kunt u de zaagsnelheid aan het be-