3.4.b - Inschakeling/uitschakeling apparaat
a. Het apparaat kan voor korte tijde ingeschakeld of uitgeschakeld wordt door op de afstandsbediening op
B1 of op het controlepaneel op SW1 te drukken (voor een langdurige stilstand moet het apparaat gede-
activeerd worden door de stekker uit het stopcontact te trekken).
b. Bij een langdurige stilstand van het apparaat moet het gereset worden door de stekker uit het stopcontact
te trekken, 5÷10 seconden te wachten en de stekker weer naar binnen te steken; en pieptoon geeft aan
dat het apparaat gereed voor het gebruik is.
Voor de instelling van het automatisch in- of uitschakelen van het toestel, zie de paragraaf "Timer-modus".
3.5 - WERKWIJZE KOELING (COOL)
a. Door deze werkwijze in te stellen, ontvochtigt en koelt het apparaat de omgeving.
Deze werkwijze kan geselecteerd worden door op B7 of SW2 te drukken tot de Led koeling (S3a) geactiveerd
wordt op het display van het bedieningspaneel.
b. Het temperatuurinstelpunt (ingestelde temperatuur) kan worden ingesteld van 16°C tot 31°C in stappen
van 1°C met B4/B5 of SW3/SW4 en de overeenkomstige waarde verschijnt op het display.
c. (Maximaal) drie minuten na de activering van deze werkwijze gaat de compressor van start en begint het
apparaat koele lucht af te geven.
3.6 - WERKWIJZE ONTVOCHTIGING (DRY)
a. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door op B7 of SW2 te drukken tot de Led ontvochtiging (S4)
geactiveerd wordt op het display van het bedieningspaneel.
b. In de werkwijze DRY, is het niet mogelijk de snelheid van de ventilator te selecteren of de temperatuur
te regelen. De motor van de ventilator werkt op lage snelheid.
c. Houd deuren en ramen gesloten voor het beste ontvochtigingseffect.
Niet de leiding voor de luchtuitstoot in positie brengen op het raam.
d. Sluit de leiding voor de condensafvoer aan (paragraaf 2.5).
3.7 - VENTILATIEWERKWIJZE (FAN)
a. Door deze werkwijze te gebruiken, zal het apparaat geen enkele effect hebben, noch op de temperatuur
noch op de luchtvochtigheid in het vertrek, maar de lucht alleen in circulatie houden.
b. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door op B7 of SW2 te drukken tot de Led ventilatie (S5)
geactiveerd wordt op het display van het bedieningspaneel.
c. In deze bedrijfsmodus is de interne ventilator altijd ingeschakeld en kan het gewenste toerental via B6 of
SW6 worden geselecteerd; de bijbehorende LED's "High" (S0), "Medium" (S1) of "Low" (S2) lichten op.
3.8 - WERKWIJZE VERWARMING (HEAT) (uitsluitend HP machines)
a. Door deze werkwijze in te stellen, verwarmt het apparaat de ruimte.
Deze werkwijze kan geselecteerd worden door op B7 of SW2 te drukken tot de Led verwarming (S3b)
geactiveerd wordt op het display van het bedieningspaneel.
b. Het temperatuurinstelpunt (ingestelde temperatuur) kan worden ingesteld van 16°C tot 31°C in stappen
van 1°C met B4/B5 of SW3/SW4 en de overeenkomstige waarde verschijnt op het display.
c. Drie minuten (maximale tijd) na de activering van de werkwijze gaat de compressor van start en begint
het apparaat warmte af te geven.
d. Sluit de leiding voor de condensafvoer aan (paragraaf 2.5).
NL - 16