$
De lader is uitsluitend bedoeld voor gebruik door
consumenten.
Elektrische veiligheid
#
De lader is dubbel geïsoleerd, daarom is een
aardedraad niet nodig. Controleer altijd dat de
stroomvoorziening in overeenstemming is met de
spanning op het typeplaatje. Probeer nooit een
gewone stekker op de lader te monteren.
Is het netsnoer beschadigd, dan moet het worden
u
vervangen door de fabrikant, of een erkend
BLACK+DECKER Servicecentrum, zodat een gevaarlijke
situatie wordt vermeden.
Functies
Dit gereedschap omvat enkele of alle van de volgende
functies.
1. Schakelaar voor variabele snelheid
2. Schuifknop vooruit/achteruit
3. Stelkraag aanhaalmoment
4. Sleutelloze boorkop
5. Vertanding voor dubbel bereik
6. LED-werklicht
7. Batterij
8. Accuvrijgaveknop
Montage
Gebruik
Waarschuwing! Laat het gereedschap op z'n eigen snelheid
werken. Overbelast het niet.
De accu opladen (Afb. A1, A2)
De accu moet voorafgaand aan het eerste gebruik worden
opgeladen of wanneer niet voldoende vermogen wordt
geleverd voor werkzaamheden die eerder gemakkelijk konden
worden uitgevoerd. De accu kan warm worden tijdens het
opladen; dit is normaal en wijst niet op een probleem.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij temperaturen lager
dan 10 °C of hoger dan 40 °C. Aanbevolen laadtemperatuur
ongeveer. 24 °C.
Opmerking: De lader zal de accu niet opladen als de
celtemperatuur lager is dan ongeveer 10 °C of hoger dan
40 °C.
De accu moet in de lader blijven en de lader zal vanzelf
de accu beginnen op te laden wanneer de celtemperatuur
stijgt of daalt.
Steek de stekker van de lader (9) in een gewoon
u
stopcontact van 230V/50Hz.
Schuif de accu (7) in de lader, zoals in afb. A1, A2 wordt
u
getoond.
(Vertaling van de originele instructies)
De LED (9a) gaat knipperen ten teken dat de accu wordt
opgeladen.
Wanneer de LED (9a) blijft branden, weet u dat de accu
volledig is opgeladen. De accu is volledig opgeladen en kan
worden gebruikt of in de acculader blijven zitten.
Waarschuwing! Brandgevaar. Wanneer u de accu uit de
lader haalt, moet u eraan denken dat u eerst de stekker van
de lader uit het stopcontact trekt en dan de accu uit de lader
neemt.
Diagnosefuncties van de lader
Deze lader kan bepaalde problemen detecteren die
zich met de accu's of de stroomvoorziening kunnen
voordoen. Problemen worden aangeduid door één LED die in
verschillende patronen knippert.
Slechte accu
De accu kan detecteren dat een accu zwak is of beschadigd.
De LED knippert in een patroon dat op het label wordt
vermeld. Als u dit knipperpatroon van een slechte accu ziet,
ga dan niet door met het opladen van de accu.
Breng de accu dan terug naar het servicecentrum of naar een
inzamelpunt waar de accu kan worden gerecycled.
Vertraging Warme/Koude Accu
Wanneer de lader detecteert dat een accu veel te warm of
veel te koud is, wordt automatisch een Vertraging Warme/
Koude Accu gestart, en wordt het laden opgeschort tot de
accu een normale temperatuur heeft bereikt. Wanneer dat
zo is, schakelt de lader automatisch over op de stand Accu
Opladen. Deze functie waarborgt een maximale levensduur
van de accu.
Het lampje knippert in een patroon dat op het label wordt
vermeld.
De accu in de acculader laten zitten
De accu kan in de lader blijven zitten en
de LED zal dan blijven branden. De lader houdt de
in goede conditie en volledig opgeladen. Deze lader is
voorzien van een automatische opfrisstand die de individuele
cellen van de accu op gelijke spanning en in evenwicht
houdt zodat de accu maximaal kan presteren. Accu's moeten
wekelijks worden opgefrist of wanneer de accu niet meer
presteert zoals voorheen. U kunt de automatische opfrisstand
gebruiken door de accu in de lader ter plaatsen en tenminste
8 uur in de lader te laten.
Belangrijke opmerkingen over opladen
De accu kan het langst presteren en de beste
u
prestaties leveren als de accu wordt opgeladen bij een
luchttemperatuur van tussen 18 ° – 24 °C. Laad de accu
NEDERLANDS
43