Beveiligingssysteem voor
gereedschap/accu
Het gereedschap is uitgerust met een beveiligings-
systeem voor gereedschap/accu. Dit systeem scha-
kelt automatisch de voeding naar de motor uit om
de levensduur van het gereedschap en de accu te
verlengen.
Het gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch
stoppen als het gereedschap of de accu aan één van
de volgende omstandigheden wordt blootgesteld. Een
korte pieptoon klinkt voordat het gereedschap automa-
tisch stopt. De accu-indicators en LED-indicators knip-
peren terwijl de pieptoon klinkt.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap wordt bediend op een
manier waarop het een abnormaal hoge stroomsterkte
trekt, stopt het gereedschap automatisch zonder enige
waarschuwing. In dat geval schakelt u het gereedschap
uit en heft u de oorzaak van de overbelasting op, en
schakelt u daarna het gereedschap weer in.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch. Laat het gereedschap
afkoelen voordat u het gereedschap weer inschakelt.
De oververhittingsbeveiliging treedt vaker in werking bij
een hoge omgevingstemperatuur.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu en laadt u hem op.
De accu omschakelen
► Fig.27: 1. Accukeuzeschakelaar
Maximaal twee accu's kunnen worden aangebracht
in de accubak, ondanks dat het gereedschap slechts
één accu gebruikt voor de aandrijving. Alvorens het
apparaat te gebruiken, kiest u de accu die voor de
aandrijving wordt gebruikt door op het cijfer op de accu-
keuzeschakelaar te drukken.
KENNISGEVING:
Als slechts één accu in de
accubak is aangebracht, verzekert u zich ervan dat
de accu is gekozen die is aangebracht in de accubak.
De resterende acculading afbeelden
op de accubak
LET OP:
Stop altijd het gereedschap voordat
u de resterende acculading controleert of de accu
omschakelt.
► Fig.28: 1. Accu-indicatorlampje 2. Testknop
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
LET OP:
Wanneer de acculading laag wordt, klinkt een
korte pieptoon. Als u het gereedschap met een lage accula-
ding blijft gebruiken, klinkt een lange pieptoon en stopt het
gereedschap automatisch. Wanneer u de korte pieptoon hoort,
knijpt u de remhendel in en vergrendelt u de rem, en schakelt
u vervolgens de accu over naar een opgeladen accu of laad
u de accu op. Wanneer de resterende acculading op is, stopt het
gereedschap automatisch plotseling, waardoor letsel kan ontstaan.
OPMERKING: Als u de trekkerschakelaar blijft inknijpen, ook
nadat u de korte pieptoon hebt gehoord, stopt het gereedschap
automatisch. Nadat het gereedschap automatisch is gestopt,
blijft de pieptoon klinken en wordt de hulprem (elektrische rem)
aangetrokken. Om de pieptoon te stoppen en de hulprem vrij te
geven, knijpt u de remhendel in en laat u de trekkerschakelaar
los. Duw niet met kracht tegen het gereedschap zonder de
hulprem vrij te geven. Nadat de hulprem is vrijgegeven, kunt u
zien welk accubeveiligingssysteem in werking is getreden door
naar de staat van de accu-indicator te kijken.
► Fig.29: 1. Brandt 2. Knippert 3. Uit
4. Oververhittingsbeveiliging
5. Overontladingsbeveiliging
6. Overbelastingsbeveiliging
LET OP:
Als de pieptoon klinkt tijdens het werken op
een helling of als het gereedschap automatisch stopt op
een helling, verplaatst u het gereedschap naar een veilige
plaats, vergrendelt u de rem, en schakelt u vervolgens de
accu over naar een opgeladen accu of laad u de accu op.
Als de belading zwaar is en de pieptoon klinkt tijdens
het werken op een helling of als het gereedschap auto-
matisch stopt op een helling, mag u het gereedschap
niet met kracht verplaatsen. Vergrendel de rem, let op de
veiligheid en schakel de accu over naar een opgeladen accu,
en verplaats daarna het gereedschap naar een veilige plaats.
Verklein de lading voordat u het gereedschap weer gebruikt.
OPMERKING: U kunt de resterende acculading ook
controleren wanneer de vergrendelsleutel niet is
geplaatst.
66 NEDERLANDS
Resterende
acculading
Uit
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Accu niet
aangebracht