Radioweergave inschakelen
Wanneer u zich in de weergavesoorten CD,
CD-wisselaar of AUX bevindt,
drukt u op de toets BND•TS 6
of
drukt u zo vaak op de toets SOURCE
4, tot het geheugenniveau, bijv.
"FM1", op het display verschijnt.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve
frequentie) en REGIONAL vergroten het
prestatiespectrum van uw autoradio.
•
AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie
geactiveerd is, zoekt het apparaat op
de achtergrond automatisch naar de
als beste te ontvangen frequentie van
de ingestelde zender.
•
REGIONAL: Sommige zenders verdelen
hun programma op bepaalde tijden in
regionale programma's met verschillen-
de inhoud. Met de REG-functie wordt
voorkomen dat de autoradio overscha-
kelt op alternatieve frequenties met
een andere programma-inhoud.
Opmerking:
REGIONAL moet apart in het menu wor-
den geactiveerd / gedeactiveerd.
REGIONAL in- en uitschakelen
Druk op de toets MENU 9.
Druk zo vaak op toets of : dat
"REG" op het display wordt weergege-
ven. Achter "REG" wordt "OFF" (uit)
resp. "ON" (aan) weergegeven.
Om REGIONAL in- resp. uit te schakelen,
druk op toets of :.
Druk op de toets MENU 9.
RDS-comfortfunctie in- of uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en
REGIONAL in resp. uit te schakelen,
houdt u de toets TRA•RDS 7 langer
dan 2 seconden ingedrukt.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wan-
neer RDS op het display verlicht is.
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de fre-
quentiebanden FM, MW en LW (AM) ont-
vangen. Voor het golfgebied FM zijn drie
geheugenniveaus (FM1, FM2 en FMT) en
voor de golfgebieden MW en LW elk één ge-
heugenniveau beschikbaar.
Op elk geheugenniveau kunnen 6 zenders
worden geprogrammeerd.
Om te wisselen tussen de geheugenniveaus
FM1, FM2 en FMT resp. de golfgebieden
MW en LW,
druk kort op de toets BND•TS 6.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om
zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Druk op de of -toets :.
De eerstvolgende ontvangbare zender
wordt ingesteld.
Radioweergave
1