Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toe-
passingen, met ander inzetgereedschap of bij
onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht!
6
Inwerkingstelling
6.1
Accupack vervangen [2]
Met de accu-decoupeerzagen kunnen alle
Festool accupacks van de bouwserie BPC
worden gebruikt.
Gevaar voor letsel! De accupacks van
de serie BPC mogen alleen worden ge-
bruikt wanneer de gordelclip van het ac-
cupack is verwijderd.
6.2
In-/Uitschakelen
Het elektrisch gereedschap heeft aan beide
kanten een schakelaar [1-2] om de machine
aan en uit te zetten.
De PSBC 420 EB heeft daarbij een gasgeef-
schakelaar [1-3] met inschakelblokkering [1-
4]. Gebruik voor het continubedrijf de schake-
laar [1-2].
6.3
Accupack laden [3]
Het accupack wordt gedeeltelijk geladen
geleverd. Om het volle vermogen van de
accu te garanderen dient u hem vóór het
eerste gebruik geheel op te laden.
Met het oplaadapparaat kunnen alle Festool
accupacks van de serie BPS en BPC en alle
Protool accupacks van de serie BP worden ge-
laden.
De LED [3-1] van het oplaadapparaat geeft
de betreffende bedrijfstoestand van het op-
laadapparaat weer.
LED geel - continulicht
Oplaadapparaat is gebruiks-
klaar.
LED groen - snel knippe-
ren
Accupack wordt met maxi-
male stroom geladen.
LED groen - langzaam
knipperen
Accupack wordt met geredu-
ceerde stroom geladen, Li-
ion is voor 80% geladen.
LED groen - continulicht
Het laadproces is beëindigd
of wordt niet opnieuw gestart
omdat de actuele laadtoe-
stand groter is dan 80%.
LED rood - knipperen
Algemene foutindicatie, bijv.
geen volledig contact, kort-
sluiting, accupack defect, etc.
LED rood - continulicht
Accutemperatuur ligt buiten
de toegestane grenswaarden.
6.4
Wandbevestiging oplaadappa-
raat
Het oplaadapparaat TRC 3beschikt aan de
achterzijde over twee langgaten. Het kan met
behulp van twee schroeven (bijv. halfronde of
vlakkopschroeven met schachtdiameter 5
mm) aan een wand worden opgehangen (zie
afb. [3]).
7
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Neem voor alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd het accupack van de machine!
7.1
Gereedschap wisselen
VOORZICHTIG
Heet en scherp gereedschap
Gevaar voor letsel
Draag veiligheidshandschoenen.
Zaagblad selecteren
Plaats alleen zaagbladen met enkelnok-
kenschacht (T-schacht). Het zaagblad
dient niet langer te zijn dan voor de be-
stemde zaagsnede noodzakelijk is. Voor een
betrouwbare geleiding moet het zaagblad tij-
dens het zagen op ieder punt aan de onderzij-
de van het werkstuk uitsteken.
Gebruik bij het werken met de verstek- en
adapterzool alleen vertande zaagbladen.
Wij raden het Festool-zaagblad S 105/4
FSG aan.
Zaagblad plaatsen
Haal het accupack vóór de wisseling van
gereedschap altijd uit de machine!
Schuif zo nodig de bescherming tegen
stof en spanen [4-1] omhoog.
Schuif het zaagblad [4-4] met de tanden
in de zaagrichting tot aan de aanslag in de
opening [4-2].
C A R V E X
NL
53