Afb. 98 Webtoepassing energiemanager
(OVERZICHT)
Stroombronnen
A
Stroomloop
B
Stroomverbruikers
C
Energie
D
Installatie-assistent uitvoeren
b Als klantenservice aangemeld bij de webtoepas-
sing.
e
Volg de stappen van de installatie-assistent.
De INSTALLATIE-ASSISTENT omvat onder an-
dere de volgende punten:
–
Instellingen voor Updates en zekeringen
–
Netwerkverbinding via wifi, ethernet of PLC-
verbinding maken
–
De energiemanager koppelen aan een ge-
bruikersprofiel (Porsche ID)
–
Tariefinformatie voor de functie "Kosteneffi-
ciënt opladen" invoeren
–
Prioritering en beheer van de laadprocedures
bij gebruik van meerdere laadapparaten
–
Functies activeren, zoals Overspanningsbe-
veiliging, Optimalisatie op basis van thuis-
gebruik en Kostenefficiënt opladen
Informatie
De hotspotverbinding in de webtoepassing mag al-
leen worden gedeactiveerd als een verbinding met
een thuisnetwerk mogelijk is.
Thuisinstallatie configureren
b Als klantenservice aangemeld bij de webtoepas-
sing.
e
Thuisinstallatie configureren.
THUISINSTALLATIE omvat onder andere de vol-
gende punten:
–
Configuratie van de energiemanager wat
betreft het lichtnet, de stroombronnen, de
stroomsensoren en de stroomverbruikers
–
EEBus-apparaat toevoegen
EEBus-apparaat toevoegen
Voor de functionaliteit van de energiemanager is
de koppeling met een EEBus-apparaat, bijvoorbeeld
de Porsche lader, het belangrijkst. Wanneer de ener-
giemanager en het EEBus-apparaat zich binnen het-
zelfde netwerk bevinden, kunnen ze met elkaar wor-
den gekoppeld.
b Als thuisgebruiker of klantenservice aangemeld
bij de webtoepassing.
b Als zowel de energiemanager als een EEBus-ap-
paraat bevinden zich in hetzelfde netwerk met
voldoende goede ontvangst (thuisnetwerk of di-
recte verbinding).
1. Om de koppeling, moet u onder Thuisinstalla-
tie e Stroomverbruikers klikken op EEBus-ap-
paraat toevoegen.
De beschikbare EEBus-apparaten worden
weergegeven.
2. Selecteer het EEBus-apparaat aan de hand van
de naam en het identificatienummer (SKI).
3. Wijs de fasen aan het EEBus-apparaat toe door
stroomsensoren op te geven.
4. Start het koppelen bij de lader.
5. Pas als de EEBus-koppeling door de lader met
het relevante symbool wordt weergegeven, is de
koppeling succesvol en kunnen de functies van
de energiemanager worden gebruikt.
Zie de handleiding, voor informatie over het toevoe-
gen van de energiemanager aan de lader
g Webtoepassing van Porsche Mobile Charger Con-
nect
of
g Mobile Charger Plus
lezen.
g Gebruiksaanwijzing van de lader
lezen.
werking controleren
e
Verzeker met behulp van de webtoepassing de
correcte functie van de energiemanager. Contro-
leer daarvoor of in OVERZICHT van de stroom-
bronnen en verbruikers plausibele waarden wor-
den aangegeven.
Instellen
177