Tabella. 3 - Accessoires
Ø 80
LEIDING 0.5 m M/V
1 m M/V
2 m M/V
BOCHT 45° V/V
45° M/V
90° V/V
90° M/V
90° M/V + Teststekker
PIJPSTOMP met teststekker
voor condensafvoer
T-STUK met condensafvoer
EINDSTUK lucht bij wand
rook bij wand met windvanger
SCHOORSTEEN Lucht/rook in tweeën gesplitst 80/80
Uitsluitend rookuitlaat Ø80
Ø 100
REDUCTIE van Ø80 tot Ø100
van Ø100 tot Ø80
LEIDING 1 m M/V
BOCHT 45° M/V
90° M/V
EINDSTUK lucht bij wand
rook bij wand windvanger
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen, inbedrijfstelling
en onderhoud betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd en
hiervoor opgeleid personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op
grond van de geldende voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke techni-
sche klantenservice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, veroor-
zaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige personen.
4.1 Instellingen
TEST modus inschakelen
Druk gelijktijdig op de toetsen verwarming (details 3 en 4 - fig. 1) gedurende 5 seconden
om de TEST modus in te schakelen. De verwarmingsketel wordt onafhankelijk van het
verzoek van de installatie of om sanitair water ingeschakeld.
Op het display, gaan de symbolen verwarming (detail 24 - fig. 1) en sanitair water (detail
12 - fig. 1) knipperen.
fig. 29 - Functie TEST
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
De TEST-modus wordt in ieder geval automatisch na 15 minuten uitgeschakeld.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld in tabella 4. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en door afstelling van de kop en de luchttoevoer, zoals in de volgende paragrafen be-
schreven is. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van
de ketel te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor verbrandingsanalyse,
of het gehalte aan CO
% in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 4 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeierdruk.
NB - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening wor-
den gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bovendien
neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10%.
Tabella. 4
SPROEIER
8
9
G.P.H.
1,32
1,40
0,40
15,66
16,60
1,57
1,65
0,50
18,62
19,57
1,93
2,01
0,60
22,89
23,83
2,12
2,25
0,65
25,14
26,68
2,50
2,65
0,75
29,65
31,43
2,92
3,10
0,85
34,63
36,76
3,30
3,50
1,00
39,13
41,51
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
66
NL
Verlies in m
eq
Aanzuiging
Rookafvoer
lucht
Verticaal
0,5
1,0
2,0
1,2
1,2
2,0
1,5
1,5
0,2
-
-
2,0
-
-
-
0,0
1,5
0,4
0,4
0,6
0,8
1,5
-
Pompdruk (bar)
10
11
12
13
1,47
1,54
1,61
1,68
17,43
18,26
19,09
19,92
1,73
1,81
1,89
1,97
20,51
21,50
22,42
23,36
2,23
2,32
2,42
2,52
26,44
27,51
28,70
29,88
2,40
2,63
2,74
2,80
28,46
31,19
32,49
33,21
2,80
2,95
3,07
3,20
33,21
34,99
36,41
37,95
3,27
3,45
3,60
3,75
38,78
40,92
42,69
44,47
3,67
3,85
4,02
4,20
43,52
45,66
47,67
48,72
cod. 3541Q474 - Rev. 00 - 12/2021
ATLAS D ECO 34 COND SI UNIT
Regeling pompdruk
De pomp is in de fabriek reeds afgesteld op 12 bar. Gebruik voor de controle van de druk
een manometer in oliebad. De druk kan worden ingesteld tussen 11 en 14 bar.
Horizontaal
5
0,8
1,0
1,3
-
3,0
4
1.
Inlaat Ø1/4"
2.
Retour Ø1/4"
3.
Toevoer diesel olie Ø1/8"
4.
Regeling van de druk
5.
Aansluiting manometer Ø1/8"
6.
Aansluiting vacuümmeter Ø1/8"
Regeling verbrandingskop
De kop wordt afgesteld met de schroef 1 volgens de aanwijzingen in de index 2.
1
2
14
1,75
20,75
2,05
24,31
2,64
31,31
2,91
34,51
3,33
39,49
3,90
46,25
51,95
3
6
2
1
fig. 30- Pomp ITALPUMP
5
6
2
1
fig. 31- Pomp DANFOSS
fig. 32
3
4
3