4.1 Regelen van de luchtdruk
Schakel de luchttoevoer in en stel de druk in op een waarde
van 0,3 MPa, door de drukregelaar naar boven te trekken
en te draaien. Duw de drukregelaar na het instellen van de
juiste luchtdruk weer naar beneden tot hij vastklikt.
4.2 Regelen van de watertoevoer
Zet de schakelaar van de watertoevoer (ON/OFF) in de
stand ON. Gebruiken van de waterhouder: duw de keu-
zetoets voor de watermodus in tot deze vastklikt (afb. 11).
Gebruik van leidingwater: duw de keuzetoets voor de
watermodus in tot deze vastklikt. Open de hoofdkraan van
de waterleiding. Duw de drukregelaar na het instellen van
de juiste luchtdruk weer naar beneden, tot hij vastklikt.
• Wanneer de knop voor het kiezen van de
watermodus niet goed is bediend en in een
tussenpositie blijft hangen, kan er lucht
ontsnappen.
4.3 Gebruik
Door bediening van het voetpedaal kan het apparaat in
gebruik worden genomen en begint het te draaien. Wan-
neer ook de watertoevoer ingeschakeld is, wordt ook wa-
ter aangevoerd.
All manuals and user guides at all-guides.com
Bediening van de besturingseenheid 4
watertoevoerschakelaar
gebruiken van de waterhouder
gebruik van leidingwater
Afb. 11
193