3. Maak het bewegingstraject van de wegdraaivoetsteunen vrij.
4. Druk met uw voet op de gele vrijgaveknop (D) van de wegdraaivoetsteun boven op de wegdraaivoetsteun en zet de
wegdraaivoetsteun in de opgeborgen stand (B).
D D e e o o p p k k l l a a p p a a r r m m s s t t e e u u n n e e n n o o m m h h o o o o g g o o f f o o m m l l a a a a g g z z e e t t t t e e n n
L L E E T T O O P P
• Houd de handen en voeten van de inzittende en de bediener altijd uit de buurt van de opklaparmsteun wanneer u deze
omhoog of omlaag zet, om het risico van beknelling te vermijden.
• Haal voordat u de vrijgavepal van de armsteun loszet altijd uw vingers uit de buurt van de pal om het risico van
beknelling te vermijden.
• Vermijd steeds het knelpunt tussen de opklaparmsteun, rugleuning en zitting wanneer u de opklaparmsteun in een
andere stand zet. De opklaparmsteun moet omlaag blijven (in de stand naar voren) wanneer de stoel bezet is en mag
alleen worden weggeborgen om te helpen bij het instappen in en uitstappen uit het product.
• Ter voorkoming van instabiliteit niet op de opklaparmsteunen, voetsteun, beensteun of rugleuning zitten, staan of
leunen.
• Ter voorkoming van instabiliteit geen voorwerpen aan de duwhandgrepen, dossierhouder, optionele zuurstoffleshouder
of opklaparmsteunen hangen.
• Gebruik de opklaparmsteunen, dossierhouder, optionele zuurstoffleshouder en de optionele infuuspaal niet om aan te
duwen/trekken.
Gebruik beide handen bij het omhoog of omlaag zetten van de armsteunen. Met de ene hand bedient u de
armsteunvrijgaveknop en met de andere hand zet u de opklaparmsteunen in een andere stand.
Om de opklaparmsteunen omhoog te zetten (achterste stand) trekt u de gele armsteunvrijgaveknop (A) naar buiten en zet u
de opklaparmsteun omhoog totdat de armsteun aankomt bij de harde aanslag (Afbeelding 9).
NL
16
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 8 8 – – O O p p g g e e b b o o r r g g e e n n s s t t a a n n d d w w e e g g d d r r a a a a i i v v o o e e t t s s t t e e u u n n
D
B
A
D
1460-109-005 Rev D.1