Bougie
Aanbevolen bougies:
OPMERKING
Verkeerde bougies kunnen schade aan de motor veroorzaken.
Voor een goede werking moet de bougie [1] goed afgesteld en vrij van
aanslag zijn.
1. Verwijder de
bougiekap [2] en
verwijder aanslag.
2. Draai de bougie [1]
los met een
bougiesleutel [3].
3. Inspecteer de
bougie. Als de elektroden
versleten zijn of als het isolerend
gedeelte kapot is of gebarsten,
vervangt u de bougie.
4. Meet de afstand tussen de
elektroden met een voelermaat.
De juiste afstand is 0,7 ~ 0,8 mm.
Met voorzichtig tikken kunt u een
te grote afstand nastellen.
5. Schroef de bougie voorzichtig
handvast in de cilinderkop.
6. Als de bougie is vastgeschroefd, draait u hem aan met een
bougiesleutel zodat de afdichtingsring ingedrukt wordt.
Als u een oude bougie opnieuw gebruikt, trekt u hem 1/8 tot 1/4
slag aan.
Een nieuwe bougie moet een 1/2 slag aangetrokken worden zodat
de afdichtingsring [4] ingedrukt wordt.
OPMERKING
Als een bougie te los zit kan hij te heet worden en de cilinderkop
beschadigen. Als de bougie te vast wordt aangetrokken kan het
schroefdraad in de cilinderkop beschadigd worden.
7. Breng de bougiekap weer aan.
14
NGK - BPR5ES
[1]
[2]
[3]
0.7 ~ 0.8 mm
[4]
Vonkenvanger
In Europa en andere landen waar richtlijn 2006/42/EC voor machines
van kracht is, dient deze reiniging door uw onderhoudsgarage te
worden uitgevoerd.
De vonkenvanger moet om de honderd uur een onderhoudsbeurt
krijgen om zijn goede werking te behouden.
1. Laat de motor afkoelen, verwijder dan de drie bouten [1] van het
dempschild [2] met een dopsleutel van 10 mm.
2. Verwijder het dempschild [2].
3. Verwijder de schroef [4].
4. Neem de vonkenvanger [3] uit de demper [5].
5. Controleer de vonkenvanger [3] en de uitlaatpoort op
koolstofafzettingen. Borstel de koolstofresten weg. Beschadig het
scherm [3] van de vonkenvanger niet.
6. Monteer de vonkenvanger in de demper.
7. Monteer alle onderdelen van de demper op de motor en draai de
drie bouten stevig aan.
[3]
[2]
[1]
NEDERLANDS
[4]
[5]