7- Dit product heeft een beperkte levensduur en voor optimale veiligheid raadt SCOTT u dan
ook aan om uw product iedere drie (3) jaar te vervangen. SCOTT is niet aansprakelijk voor
enige schade ten gevolg van het gebruik van een helm die had moeten worden vervangen.
8- Dit product is geen speelgoed. Het is sportuitrusting en is ontwikkeld en bestemd voor
gebruik bij het sporten.
• III. DE HELM PASSEND MAKEN
HELM PASSEN
Het ontwerp van de SCOTT helm verzekert dat een juist passende helm een optimale pro-
tectie biedt en je hoofd blijft beschermen bij een ongeval. Indien mogelijk, pas verschillende
maten, en kies de maat die het veiligst en meest comfortabel aanvoelt.
Plaats de helm zodanig op uw hoofd
dat deze recht op uw hoofd zit en
de voorrand ervan uw voorhoofd
beschermt (afbeelding A). Draag de
helm nooit naar achteren gekanteld
zodat uw voorhoofd onbeschermd is
(afbeelding B).
Voor juiste pasvorm en functie moet u
de onderstaande aanpassingen uitvoe-
ren terwijl de helm op de juiste manier
op uw hoofd zit (zie afbeelding A).
RIEMHOUDERS AANPASSEN
Ga als volgt te werk om de riemen en riemverdelers in de juiste positie te zetten :
• Laag profiel riemhouders: De positie van
de riemhouder kan naar voor en achter
worden aangepast naar persoonlijke keu-
ze. Je kan deze regelen door de boven-
ste twee riemen door de riemhouder te
verschuiven . Verzeker je ervan dat de
riemen aan beide zijden van het hoofd
dezelfde positie hebben.
• Kamriemhouder: Deze houder wordt
geopend zoals op de afbeelding. Schuif
de riemen door de houders tot dat de rie-
men en de houders juist zijn ingesteld. Als
je de juiste instelling hebt bekomen, sluit
de kamriemhouder.
• Basis riemhouder: Als je geen laagprofiel
of kamriemhouder hebt die kan worden
geopend, kan je volgende bewerkingen
uitvoeren door de riemen door de basis
riemhouder te verschuiven.
DUTCH - 48
A
• Alle riemen: De riemhouders zouden
zich onder en lichtjes voor het oor moe-
ten bevinden. De riemen mogen niet over
het oor lopen.
Riemlengte moet steeds gelijk zijn.
Als de riemen niet aan beide kanten even
lang zijn, kunt u ze op gelijke lengte brengen
door eraan te trekken (ze lopen via de con-
B
structie aan de achterkant van de helm).
KINRIEM PASSEN
Wanneer u de helm draagt, moet de kinband altijd met de kliksluiting worden vastgezet
en strak worden aangetrokken. In afbeelding (N) en (O) wordt getoond hoe de kliksluiting
wordt geopend en gesloten. (P) wordt de juiste positie en passing van de kinband tijdens
gebruik getoond. Nadat u de kinband op de juiste lengte hebt ingesteld, moet u het losse
gedeelte van de kinband door de rubberen O-ring leiden en vastzetten (Q). Als u dat niet
doet, kan de kinband los komen te zitten, waardoor de passing en veiligheid van de helm in
gevaar komen.
Draag de kinband zo dicht mogelijk bij de bovenkant van de hals (P). Wanneer de band op
de punt van de kin zit, is de kans groter dat u de helm verliest bij een ongeluk.
N
• Alle kinriemen: Alle aansprakelijkheidsverzoeken die voortkomen uit het niet naleven van de
instructies voor het afstellen en juiste gebruik zoals uitgelegd onder Punt III zijn uitgesloten.
SYSTEM 1
O
P
SYSTEM 2
Q
49 - DUTCH