Allmatic BIOS2 24V Manual Del Usuario página 140

Cuadro de mando para cancelas a hoja 24v
Ocultar thumbs Ver también para BIOS2 24V:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 74
Er zijn verschillende instellingsmogelijkheden voor de uitgang comfortverlichting:
fC.y. = 0 het licht schakelt uit na een manoeuvre na tC.y. te hebben gewacht.
fC.y. = 1 het licht schakelt alleen uit als de automatisering gesloten is en na de ingestelde tC.y. tijd te hebben gewacht.
fC.y. = 2 aan tot de ingesteld tC.y. Verlopen is, onafhankelijk van de status van de automatisering (het licht zou kunnen uitschakelen vóór het
einde van de beweging).
fC.y. = 3 verklikkerlicht automatisering open - het licht schakelt uit zodra de positie van volledige sluiting bereikt wordt.
fC.y. = 4 verklikkerlicht automatisering open met flitsen proportioneel met de status van de automatisering:
– Opening: langzaam flitsen.
– Sluiting: snel flitsen.
– Open: aan.
– Dicht: uit.
– Stil: 2flash + lange pauze + 2flash + lange pauze +...
18. TIJD COMFORTVERLICHTING tC.Y.
Activeringstijd van de comfortverlichting.
19. DODEMAN-MODUS DE.A.
In DODEMAN-modus, beweegt de automatisering zolang als het commando gegeven wordt; zodra deze vrijgegeven wordt, gaat het over naar stop.
De actieve commando's zijn OPEN en CLOSE. SS en PED zijn niet actief. In dodeman-modus zijn alle automatische handelingen uitgeschakeld,
waaronder korte of totale inversie. Alle veiligheidsvoorzieningen zijn uitgeschakeld m.u.v. STOP.
20. DREMPEL CYCLI VERZOEK OM ASSISTENTIE SE.R.
Het is mogelijk om in het menu het aantal cycli in te stellen vóór het verzoek om assistentie. Het verzoek wordt gesignaleerd door de vervanging van
het normale functionele knipperen met snel knipperen gedurende de bewegingen (alleen als fp.r. = 1 ).
21. FLITSEN VOOR VERZOEK OM ASSISTENTIE SE.F.
Inschakeling van deze functie brengt met zich mee dat het knipperlicht blijft knipperen met gesloten automatisering als verzoek om assistentie.
22. DRUKSTOOT BIJ OPENINGHA.o.
Deze functie is verbonden aan het gebruik van het elektrisch slot dat geactiveerd moet worden in het men EL.M. Dit bestaat in het kort drukken tegen
de mechanische eindstop van sluiting, om ervoor te zorgen dat deze ontkoppeld wordt, vanuit gesloten poort. In het menu is het mogelijk om de duur
van de druk op de mechanische eindstop te bepalen met een minimum van 0.1s tot een maximum van 10s.
23. DRUKSTOOT BIJ SLUITING HA.c.
Deze functie is verbonden aan het gebruik van het elektrisch slot dat geactiveerd moet worden in het men EL.M.. Nadat de poort de mechanische
eindstop van sluiting bereikt heeft, wordt er een druk uitgevoerd op de mechanische stop. In het menu is het mogelijk om de duur van de druk op de
mechanische eindstop te bepalen met een minimum van 0.1s tot een maximum van 10s.
24. GEBRUIKSWIJZE ELEKTRISCH SLOT EL.M.
Deze parameter maakt het mogelijk om de werking van de uitgang ELECTRICAL LOCK te selecteren:
EL.M. = 0 elektrisch slot uitgeschakeld of niet geïnstalleerd.
EL.M. = 1 elektrisch slot wordt tegelijk met motoren ingeschakeld.
EL.M. = 2 elektrisch slot wordt 1,5 seconden vóór de motoren ingeschakeld.
EL.M. = 3 magnetisch elektrisch slot: de vergrendeling wordt uitsluitend met automatisering in volledig gesloten positie ingeschakeld. Bij het
commando van opening, wordt de vergrendeling uitgeschakeld. Tijdens de functie "druk motor in sluiting" wordt de vergrendeling uitgeschakeld.
LET OP - met het magnetisch elektrisch slot is het gebruik van de R1 kaart absoluut noodzakelijk.
25. GEBRUIKSWIJZE R1 KAART RI.M.
Deze parameter maakt het mogelijk om de werking van de R1 kaart (optioneel) te selecteren:
rI.m. = 0 de uitgang is uitgeschakeld.
rI.M. = 1 elektrisch slot: het NO contact (spanningsloos) van de R1 kaart heeft dezelfde werking als de uitgang ELECTRICAL LOCK.
rI.M. = 2 comfortverlichting: het NO contact (spanningsloos) van de R1 kaart heeft dezelfde functie als de uitgang OPEN GATE LIGHT.
26. DRUK MOTOR IN SLUITING, FUNCTIE WINDBESCHERMINGMP.r.
Functie voor het behoud van de druk van de hydraulische motoren, uitsluitend uitgevoerd met gesloten automatisering. De besturingseenheid activeert
de motoren gedurende een minuut iedere mp.r. minuten om de druk op de mechanische stoppers te behouden (bijvoorbeeld om wind te compenseren).
27. MECHANISCHE ONTSPANNING Mr.E.
Mechanische ontspanningsfunctie motoren: dit is handig in motoren waarin de deblokkering voor handmatige bewegingen geblokkeerd kan blijven
vanwege de druk van de motor op de mechanische eindstop. Bij het bereiken van de eindstop, in opening of sluiting, zal de motor een korte inversie
doen van Mr.E. x 50ms.
N.B. - met functie MP.r actief (druk motoren in sluiting), wordt de mechanische ontspanning alleen gedaan bij de eerste positionering op de eindstop.
28. ECOMODE FUNCTIE EC.o.
Met deze parameter kan de ECOMODE functie ingeschakeld worden. Zie hoofdstuk 10.
29. FUNCTIE LANGZAME STOP SF.t.
Met de SFT-parameter is het mogelijk om de hek of poortaandrijving op een langzame manier te stoppen. Dit gedrag vindt plaats op alle stap-voor-
stap- en stopopdrachten. SFT bepaalt een langzame stop.
30. HERSTELLEN VAN DE STANDAARDWAARDEN DE.F.
Via de.f. kunnen de fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld worden. De reset heeft betrekking op alle parameters van het basismenu en van het
geavanceerd menu maar beïnvloedt de amplitude van de geprogrammeerde slagen niet.
Resetten moet gedaan worden via het onderdeel de.f. en vervolgens bevestigd worden door de toets "MENU" ingedrukt te houden. Houd deze
ingedrukt tot op het display een getal verschijnt (bijvoorbeeld 0) en laat de toets los.
Selecteer de gebruikte motor met de toetsen "UP" en "DOWN":
0: CUSTOM
1: XTILUS
2: INT VS
3: MINIART
20/24
ITA
ENG
FRA
ESP
TUR
NLD
6-1622420
rev.5
14/09/2021
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido