Allmatic BIOS2 24V Manual Del Usuario página 136

Cuadro de mando para cancelas a hoja 24v
Ocultar thumbs Ver también para BIOS2 24V:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 74
PARAMETERS
dLY
9
Vertraging tweede vleugel.
Amplitude vertraging:
LSI
10
P = gepersonaliseerd tijdens programmering.
0...100% = percentage van de slag.
asL
11
Antislip / Extra tijd.
Aantal motoren:
nMT
12
1 = 1 motor.
2 = 2 motoren.
N.B. - de met grijs aangegeven parameters hangen af van de geselecteerde motor. In de tabel zijn de gegevens van de motor CUSTOM vermeld. Voor
meer informatie kan hoofdstuk 12 geraadpleegd worden.
1.
AUTOMATISCHE SLUITINGSTIJD TCL
Actief bij automatisering in stilstand in de positie van volledige opening, de automatisering sluit na tCL
met knipperend streepje, dat gedurende de laatste 10 seconden wordt vervangen met een aftelling. Een commando van opening of interventie van de
fotocellen zorgt ervoor dat het tellen opnieuw start.
2.
SLUITINGSTIJD NA DOORGANG ttr
Als tijdens opening of tijdens de fase van volledige opening, de straal van de fotocellen geblokkeerd werd en vervolgens weer vrijkomt, zal de
automatisering weer sluiten na ttr seconden te hebben gewacht, na de positie van volledig opening bereikt te hebben. In deze fase toont het display
-tC met knipperend streepje, dat gedurende de laatste 10 seconden wordt vervangen met een aftelling.
3.
GEVOELIGHEID VOOR OBSTAKELS OP NORMALE SNELHEID SEn
Stel de gevoeligheid voor obstakels zo af dat een correcte werking van de automatisering wordt verkregen, waarbij in geval van obstakel opgetreden moet
worden maar tegelijkertijd beweging ook in slechte omstandigheden wordt gegarandeerd (bijv. winter, verharding van de motoren door slijtage, enz.). Het
wordt aangeraden na afstelling van de parameter een volledige beweging van opening en sluiting uit te voeren alvorens interventie op obstakel te controleren.
Lagere waarden komen overeen met een grotere stuwkracht op het obstakel.
Een interventie vanwege obstakel stopt de automatisering en keert de beweging kort om.
4.
GEVOELIGHEID VOOR OBSTAKELS OP VERTRAGINGSSNELHEID SEL
Stel de gevoeligheid voor obstakels in de zones van vertraging zo af dat een correcte werking van de automatisering wordt verkregen, waarbij in geval
van obstakel opgetreden moet worden maar tegelijkertijd beweging ook in slechte omstandigheden wordt gegarandeerd (bijv. winter, verharding van
de motoren door slijtage, enz.). Het wordt aangeraden na afstelling van de parameter een volledige beweging van opening en sluiting uit te voeren
alvorens interventie op obstakel te controleren.
Lagere waarden komen overeen met een grotere stuwkracht op het obstakel.
Een interventie vanwege obstakel stopt de automatisering en keert de beweging kort om.
5.
NORMALE SNELHEID SPn
Stel de normale snelheid zo af dat een correcte werking van de automatisering wordt gegarandeerd. Het is mogelijk om het snelheidspercentage af te
stellen van een minimum van 50% tot een maximum van 100%.
LET OP - na deze parameter te hebben gewijzigd is het nodig een nieuwe programmering van de slagen uit te voeren.
6.
VERTRAGINGSSNELHEID SPL
Stel de vertragingssnelheid zo af dat een correcte werking van de automatisering wordt gegarandeerd. Het is mogelijk om het snelheidspercentage af
te stellen van een minimum van 10% tot een maximum van 100% van de normale snelheid SPn.
LET OP - na deze parameter te hebben gewijzigd is het nodig een nieuwe programmering van de slagen uit te voeren.
7.
CONFIGURATIE STAP VOOR STAP (SS) SBS
Er kunnen 5 werkingsmodi worden ingesteld voor het commando SS:
SBS = 0 normaal (OP-ST-CL-ST-OP-ST-CL-...).
Typische werking Step by Step. Tijdens de beweging leidt een druk op SS tot het stoppen van de automatisering.
SBS = 1 afgewisseld STOP (OP-ST-CL-OP-ST-CL-...).
Afgewisselde werking met STOP in openingsfase. Tijdens de beweging in de openingsfase, leidt een druk op SS tot het stoppen van de automatisering.
SBS = 2 afgewisseld (OP-CL-OP-CL-...).
De gebruiker kan de automatisering niet stoppen met het commando SS.
Door het commando SS te geven, wordt de richting direct omgekeerd.
SBS = 3 condominium – timer.
Het commando SS, indien aanwezig, bedient uitsluitend de volledige opening van de automatisering. Als het commando aanhoudt met
automatisering open, zal er gewacht worden tot deze weer vrijgegeven wordt alvorens te beginnen met de eventuele tijdsturing voor automatische
sluiting (indien actief), door in deze fase nogmaals te drukken op een commando voor Stap voor Stap en deze weer vrij te geven, zal de timer
voor automatische sluiting weer starten.
SBS = 4 condominium met onmiddellijke sluiting.
Zoals condominium met timer (voorgaande punt) maar met de mogelijkheid om handmatig te sluiten met een commando stap voor stap.
8.
GEDRAG NA STROOMSTORING blt
Bij het herstarten van de kaart, nadat de stroom weggeweest is (stroomstoring), wordt het gedrag van de kaart bepaald door de parameter blt:
blt = 0 geen actie – bij de herstart zal de automatisering in stilstand blijven tot er een commando van de gebruiker wordt ontvangen. De eerste
beweging is in opening.
blt = 1 sluiting – de net herstarte stuurkast, geeft zelfstandig opdracht tot sluiting op lage snelheid.
16/24
BESCHRIJVING
ITA
ENG
FRA
ESP
DEFAULT
CUSTOM
2
15
0
2
seconden
TUR
NLD
6-1622420
MIN
MAX
EENHEID
0
300
s
0
100
%
0
300
s
1
2
. In deze fase toont het display -TC
rev.5
14/09/2021
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido