Basisbediening
Geluid weergeven
1 Druk op de [POWER]-toets.
Schakelt dit apparaat in.
2 Schakelt de [CD/LINE, PHONO, LINE,
USB */*]-keuzeschakelaar om.
Kiest de ingangsbronnen voor de diverse kanalen uit de componenten
die op dit apparaat zijn aangesloten.
— [PHONO]: Voor keuze van een analoge muziekspeler aangesloten
op de [PHONO]-aansluiting.
— [CD/LINE], [LINE]: Voor keuze van een DJ-speler of cassettedeck
dat is aangesloten op de [CD/LINE] of [LINE]-aansluitingen.
— [USB */*]: Voor keuze van het geluid van de computer die is
aangesloten op de [USB]-aansluitbus.
3 Draai aan de [TRIM] instelling.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk
kanaal.
Bij elk van de kanalen licht de kanaalniveau-indicator op wanneer er
geluidssignalen goed doorkomen voor dat kanaal.
4 Beweeg de kanaalfader van u af.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk
kanaal.
5 Schakelt de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]
keuzeschakelaar om.
Schakelt de uitgangsbestemming om, voor elk kanaal.
— [A]: Toewijzen aan [A] (links) van de crossfader.
— [B]: Toewijzen aan [B] (rechts) van de crossfader.
— [THRU]: Selecteer deze stand wanneer u de crossfader niet wilt
gebruiken. (De signalen passeren niet door de crossfader.)
6 Stel de crossfader in.
Deze handeling is niet nodig als de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU,
B)] keuzeschakelaar in de [THRU] stand is gezet.
7 Draai aan de [MASTER LEVEL] instelling.
Geluidssignalen worden uitgestuurd via de [MASTER1] en
[MASTER2]-aansluitingen.
De hoofdniveau-indicator licht op.
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan de [EQ/ISO (HI, MID, LOW)]-instellingen voor
de diverse kanalen.
Zie Specificaties op bladzijde 28 voor het bereik van het geluid dat kan
worden bijgeregeld met elk van deze regelaars.
Omschakelen van de functie van de [EQ/ISO (HI,
MID, LOW)] instellingen
Schakelt de [EQ CURVE (ISOLATOR, EQ)] keuzeschakelaar
om.
— [ISOLATOR]: Functioneert als isolator.
— [EQ]: De equalizerfunctie wordt ingesteld.
Meeluisteren via een hoofdtelefoon
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op de
[PHONES]-aansluiting.
2 Druk op de [CUE] toets(en) voor het kanaal (de
kanalen) waarmee u wilt meeluisteren.
3 Schakelt de [MONO SPLIT, STEREO] keuzeschakelaar
om.
— [MONO SPLIT]: Het geluid van de kanalen waarvoor [CUE] wordt
ingedrukt, wordt weergegeven via de linker oorschelp van de
hoofdtelefoon en het geluid van het [MASTER] kanaal via de
rechter oorschelp.
— [STEREO]: Het geluid van de kanalen waarvoor u op [CUE] drukt
wordt in stereo weergegeven door de hoofdtelefoon.
4 Draai aan de [MIXING] instelling.
Hiermee kunt u de balans regelen van het meeluistervolume voor het
geluid van de kanalen waarvoor [CUE] wordt ingedrukt en het geluid van
het [MASTER] kanaal.
5 Draai aan de [LEVEL] instelling voor de
[HEADPHONES].
Het geluid van de kanalen waarvoor [CUE] toets is ingedrukt wordt weer-
gegeven via de hoofdtelefoon.
! Wanneer er nog een keer op [CUE] toets wordt gedrukt, wordt het
meeluisteren geannuleerd.
Omschakelen van de kanaalregelcurve
Kies de kanaalregelcurve-karakteristiek.
Schakelt de [CH FADER (
— [
]: De curve stijgt plotseling aan het verre uiteinde.
— [
]: Er wordt een curve tussen de curves boven en onder
ingesteld.
— [
]: De curve stijgt geleidelijk (het geluid zwelt geleidelijk aan
wanneer u de kanaalregelaar van voren naar achteren beweegt).
Kies de crossfadercurve-karakteristiek.
Schakelt de [CROSS FADER (
om.
— [
]: Geeft een steile, stijgende curve (als de crossfader-schuif-
regelaar wordt weggeschoven van de [A]-kant, worden er onmid-
dellijk geluidssignalen uitgestuurd via de [B]-kant).
— [
]: Geeft een curve die het gemiddelde vormt van de curves
hierboven en hieronder.
— [
]: Geeft een heel geleidelijk stijgende (als de crossfader-
schuifregelaar wordt weggeschoven van de [A]-kant, zal het
geluid aan de [B]-kant geleidelijk aanzwellen, terwijl het geluid
aan de [A]-kant geleidelijk wordt afgezwakt).
Start de weergave van een DJ-speler
met behulp van de schuifregelaar
(fader-start)
Als u een Pioneer DJ-speler aansluit met een bedieningskabel (bijgele-
verd bij de DJ-speler), kunt u de weergave starten of andere functies van
de DJ-speler bedienen met de fader van dit apparaat.
Sluit vooraf dit apparaat aan op een Pioneer DJ-speler. Nadere aanwij-
zingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangsaanslui-
tingen op bladzijde 7.
De fader-startfunctie kan aan of uit worden gezet voor alle DJ-spelers
tegelijk. Zie Instellingen aanpassen op bladzijde 24 voor de
instelprocedure.
,
,
)] keuzeschakelaar om.
,
,
)] keuzeschakelaar
15
Nl