De zender kan in Modus 1 of in Modus 2 worden geprogrammeerd: zie de paragrafen 3.1 en 3.2.
3.1 - Geheugenopslag in "Modus 1"
Tijdens de uitvoering van procedure 1 slaat de ontvanger alle toetsen op de zender op; daarbij wordt automa-
tisch aan de 1
toets de uitgang 1 van de ontvanger toegewezen, aan de 2
e
afloop zal de uitgevoerde opslag één enkele geheugenplaats innemen en zal de aan iedere toets gekoppelde
instructie afhangen van de "Lijst met instructies" in de besturingseenheid van de automatisering.
PROCEDURE 1 - Geheugenopslag in Modus 1
01.
Op de ontvanger: houd toets A ingedrukt en wacht tot led B
groen oplicht. Laat daarna toets A los.
02.
Op de zender die u in het geheugen wilt opslaan:
• (binnen 10 seconden) op de zender: houd eender welke toets
ingedrukt en laat deze los zodra led B (op de ontvanger) de
1
van de 3 voorziene keren groen heeft geknipperd (= opslag
e
correct uitgevoerd). (*1)
(*1) Opmerking - Als er nog andere zenders moeten worden opgeslagen, moet u stap 02 binnen 10 se-
conden na de eerste 10 seconden herhalen. De procedure wordt automatisch beëindigd na het verstrijken
van deze tijdspanne.
3.2 - Geheugenopslag in "Modus 2"
Tijdens de uitvoering van procedure 2 slaat de ontvanger één enkele toets van de toetsen op de zender op;
daarbij wordt deze toets gekoppeld aan de door de installateur gekozen uitgang van de ontvanger. Om daarna
nog toetsen op te slaan, moet u de procedure voor iedere toets die u wilt opslaan van bij het begin herhalen.
Na afloop zal de uitgevoerde opslag één enkele geheugenplaats innemen en zal aan de opgeslagen toets de
7 - Nederlands
toets de uitgang 2 enzovoort. Na
e