10.2 FACTOREN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN UW
ZWEMBADWATER
10.2.1. Zoutzuur:
• Zoutzuur (ofwel stabilisator zosl uitgelegd in Hoofdstuk 3) wordt gebruik in zwembaden die blootstaan
aan uv-stralen om te helpen het chloor in het water te houden en de afbraak van chloor te beperken.
Davey raadt aan de zoutzuurgehaltes zoals vermeld in Hoofdstuk 10.1 aan te houden.
Het effect van zoutzuur op ORP (zoals vermeld in Hoofdstuk 3) is minder bekend.
U moet zich ervan bewust zijn dat de ORP van uw zwembadwater verminderd kan worden door het
zoutzuur te verhogen (zie Figuur 10.2).
850
800
750
ORP
(mV)
700
650
600
Figuur 10.2
Deze ORP verlaging kan door Lifeguard worden opgevat als een laag chloorgehalte. In reactie op het
waargenomen lage chloorgehalte, zal de Lifeguard de chloorproductie (onnodig) verhogen en zal het
chloorgehalte van het zwembadwater stijgen.
10.2.2. Natriumbicarbonaat:
• Natriumcarbonaat (ofwel buffer zoals vermeld in Hoofdstuk 3) wordt gebruikt in zwembaden om de
totale alkaliniteit te verhogen en te helpen de pH-balans te beheren. De aanbevolen totale alkaliniteit is
in de meeste zwembaden 80-150 ppm.
Het is minder bekend dat het toevoegen van natriumcarbonaat aan een zwembad ook (tijdelijk)
pH fluctuaties veroorzaakt. Deze pH-sprongen moeten als zodanig worden herkend omdat dit van
invloed is op de capaciteit van de Lifguard om de pH te beheren. Aangeraden wordt om vlak na een
dosis natriumcarbonaat de pH-controle van de Lifeguard uit te schakelen (zie Hoofdstuk 8.1.3). Het
effect moet beheerd worden naar proportie van het zwembadvolume en de toegevoegde hoeveelheid
natriumcarbonaat. Bijvoorbeeld, voor het toevoegen van 2 kg natriumcarbonaat aan zwembad van
3
30.000 liter (30m
) wordt aangeraden de automatische pH-controle 24 uur uit te schakelen. Voor het
toevoegen van 4 kg natriumcarbonaat aan zwembad van 30.000 liter (30m3) wordt aangeraden de
automatische pH-controle 48 uur uit te schakelen.
CYA
Oxidatiepotentieel
0
10
20
30
40
50
60
CYA (ppm)
343
▲ INHOUD
70
80