•
U kunt gemakkelijker met de machine werken wanneer
u deze op een stuk multiplex van tenminste 15 mm
dik vastzet.
Wanneer u de machine gaat gebruiken kunt u het multiplex op
de werkbank klemmen. Wanneer u de machine wilt vervoeren,
hoeft u alleen maar de klemmen los te maken.
Er zijn ook gaten
24
onder de voeten van de zaag voor het
monteren van DE7400-beugels.
AANPASSINGEN
Aanpassing van het zaagblad
Uitlijning van het zaagblad (Parallel aan de
versteksleuf) (Afb. F)
WAARSCHUWING: Snijgevaar. Controleer het zaagblad
in de stand 0˚ en 45˚ zodat u er zeker van kunt zijn dat het
zaagblad niet het inlegstuk raakt, omdat dat persoonlijk
letsel zou kunnen veroorzaken.
Als het zaagblad niet uitgelijnd is met de versteksleuf op het
zaagtafelblad, moet het zaagblad weer uitgelijnd worden. Ga
als volgt te werk voor het uitlijnen van het zaagblad en de
versteksleuf:
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing
maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/
installeert. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
1. Draai met inbussleutel van 5 mm de achterste bevestiging
van de draaibeugel
los, die zich aan de onderzijde van
32
tafel bevindt, draai niet meer los dan nodig is om de beugel
heen en weer te kunnen bewegen.
2. Stel de beugel af tot het zaagblad parallel loopt aan de sleuf
van de verstekmeter.
3. Draai de achterste bevestiging van de draaibeugel vast op
een aanhaalmoment van 12,5 – 13,6 Nm.
Aanpassing van de hoogte van het
zaagblad (Afb. A)
U kunt het zaagblad hoger of lager zetten door het stelwiel voor
de hoogte van het zaagblad te draaien
Het is belangrijk dat de bovenste drie tanden tijdens het zagen
net door het bovenste oppervlak van het werkstuk breken. Dat
maakt dat het maximumaantal tanden te eniger tijd materiaal
verwijderen, en dat het gereedschap maximaal presteert.
Beschermkap/Splijtmes uitlijnen met het
zaagblad (Afb. G)
1. Neem het inlegstuk uit. Raadpleeg Inlegstuk verwijderen
onder Montage en aanpassingen.
2. Breng het zaagblad over de gehele diepte van de zaagsnede
omhoog en stel een schuine hoek van 0° in.
3. Kijk waar zich de drie kleine stelschroeven
bevinden. Met deze schroeven wordt de stand van het
spouwmes afgesteld.
10. Controleer de positie van het spouwmes door stap 4 te
11. Draai de twee grotere vergrendelschroeven
Parallele aanpassing (Afb. A, H, I)
Voor optimale prestaties moet het zaagblad parallel zijn aan de
langsgeleiding. Deze afstelling is uitgevoerd in de fabriek. U kunt
deze weer afstellen:
Positie 1 Uitlijning langsgeleiding
Positie 2 Uitlijning langsgeleiding (Afb. H)
.
6
De afkortschaalverdeling afstellen (Afb. H, I)
33
4. Leg een rechte lat op de tafel tegen de twee punten van het
zaagblad. Het spouwmes mag de rechte lat niet raken.
5. Draai de twee grotere vergrendelschroeven los, als
aanpassing nodig is
34
.
6. Stel met de kleine stelschroeven
spouwmes af. Leg de rechte lat aan de tegenovergestelde
zijde van het zaagblad en herhaal de afstelling, als dat
nodig is.
7. Draai de twee grotere vergrendelschroeven licht vast
8. Plaats een vierkant vlak deel tegen het spouwmes zodat u
kunt zien of het spouwmes verticaal is en is uitgelijnd met
het zaagblad.
9. Zet, als dat nodig is, met de stelschroeven het spouwmes
verticaal op het vierkante vlakke deel.
herhalen. Herhaal 5 tot en met 9, als dat nodig is.
1. Installeer de langsgeleiding in positie 1 en ontgrendel
de vergrendelhendel van de rails
beide lokatiepennen
47
bevinden die de langsgeleiding
ondersteunen op de voorste en achterste rails.
2. Draai de schroef van de achterste lokatiepen los en
stel de positie van de langsgeleiding in de groef op
de langsgeleiding af, totdat het oppervlak van de
langsgeleiding parallel aan het zaagblad staat. Meet
vooral vanaf het oppervlak van de langsgeleiding tot de
voor en achterzijde van het zaagblad, zodat uitlijning
is gewaarborgd.
3. Draai de plaatsingsschroef vast en herhaal de procedure aan
de linkerzijde van het zaagblad.
4. Controleer de aanpassing van de aanwijzer van
geleidingsschaal (Afb. I).
1. Maak voor het uitlijnen van positie 2 langsgeleiding-
lokatiepennen
,dat de positie 1-pennen zijn uitgelijnd,
47
raadpleeg Positie 1 Uitlijninng Langsgeleiding.
2. Draai de positie 2 pennen los, en lijn de pennen uit, gebruik
de gaten van de zaagbladsteeksleutel
de plaatsing (Afb. H).
3. Draai de lokatiepennen vast (voor en achter).
1. Ontgrendel de hendel van de railvergrendeling
2. Stel het zaagblad af in een hoek van 0° en verplaats de
langsgeleiding tot deze het zaagblad raakt.
3. Zet de hendel van de railvergrendeling vast.
4. Draai de schroeven van de aanwijzer van de
afkortschaalverdeling los
35
nEDERLanDs
de positie van het
33
.
34
34
licht vast.
5
. Kijk waar zich de
als richtlijn voor
19
5
.
en zet de aanwijzer van de
91