nEDERLanDS
zaagdiepte. Wanneer u de zaag op de goede zaagdiepte
zet, wordt de wrijving van het zaagblad tot een minimum
beperkt, wordt het zaagsel tussen de tanden van het zaagblad
verwijderd, en dat geeft een koelere en snellere zaagwerking en
beperkt het risico van terugslag.
Stel voor een zo efficiënt mogelijke werking van de zaag
de diepteafstelling zo in dat de helft van een tand van het
zaagblad aan de onderzijde uit het te zagen materiaal steekt (zie
Afbeelding E). Dit is de afstand van de punt van de tand
de onderzijde van de geul
32
Zo blijft de wrijving van het de zaagblad tot een minimum
beperkt, wordt zaagsel uit de zaagsnede verwijderd en dit
geeft een koelere en snellere zaagwerking en vermindert de
kans van terugslag. Een methode om na te gaan wat de juiste
zaagdiepte is wordt in Afbeelding E getoond. Leg een stuk van
het materiaal dat u wilt gaan zagen langs de zijkant van het
zaagblad, zoals wordt getoond, en kijk hoeveel van een tand
buiten het materiaal steekt.
De stofafzuigpoort monteren (Afb. U, V)
WAARSCHUWING: Vóór gebruik moet de
stofafzuigpoort op de zaag worden gemonteerd.
WAARSCHUWING: Risico van het inademen van stof.
Beperk het risico van persoonlijk letsel, draag ALTIJD een
goedgekeurd stofmasker.
1. Houd de stofafzuigpoort
20
zaagbladbeschermkap
34
2. Steek de twee schroeven van de stofafzuigpoort
de gaten
36
van de stofafzuigpoort, in de gaten
de bovenste zaagbladbeschermkap, zoals wordt getoond in
Afbeelding A en zet ze stevig vast.
Met de stofafzuigadapter kunt u het gereedschap op
een externe stofzuiger aansluiten met behulp van het
AirLock™‑systeem (DWV9000‑XJ), of met een standaard
35mm‑aansluiting voor een stofzuiger (Afb. V).
WAARSCHUWING: Gebruik ALTIJD stofafzuiging die
ontworpen is in overeenstemming met de van toepassing
zijnde richtlijnen voor stofemissie bij het zagen van
hout. Slangen van de meeste gewone stofzuigers passen
rechtstreeks in de poort voor stofafzuiging.
Afstelling afschuinhoek (Afb. A, F)
Het volledige bereik van de afstelling van de afscheiding
is van 0° tot 53°. Er bevinden zich inkepingen op 22,5° en
45°. De hoekkwadrant is verdeeld in stappen van 1°. Aan de
voorzijde van de zaag bevindt zich een mechanisme voor
het aanpassen van de afschuinhoek, dat bestaat uit een
gekalibreerde hoekkwadrant
10
aanpassing van de afschuinhoek. De hoekkwadrant is bedoeld
voor een grove afstelling
16
of een fijnafstelling
nauwkeurigheid bij het zagen.
De zaag instellen voor een schuine zaagsnede
1. Breng de hendel
voor afstelling van afschuinhoek
9
omhoog en kantel de voetplaat tot de gewenste hoek door
de aanwijzer tegenover het hoekmerkteken van uw keuze
te plaatsen.
110
31
(zie de inzet van Afbeelding E).
over de bovenste
, zoals wordt afgebeeld.
door
37
35
van
en een hendel
voor
9
17
voor meer
2. Duw de hendel voor de afstelling van de schuine hoek
omlaag en vergrendel de hoek door de hendel stevig vast
te zetten.
Afstelling van de grondplaat (Afb. F, G)
De grondplaat is in de fabriek zo afgesteld dat het zaagblad
haaks op de grondplaat staat. Als, na langdurig gebruik, u het
zaagblad opnieuw moet uitlijnen, volg dan onderstaande
aanwijzingen:
tot
Afstellen voor zaagsneden van 90 graden
1. Zet de zaag terug in de stand voor 0 graden.
2. Plaats de zaag op zijn zijkant en trek de onderste
beschermkap terug.
3. Stel de zaagdiepte in op 51 mm.
4. Maak de hendel voor de afstelling van de afschuinhoek
los (Afb. F,
9
). Plaats een winkelhaak tegen het zaagblad en
de grondplaat, zoals in Afbeelding G wordt getoond.
5. Draai met een inbussleutel (
instelschroef (
25
, Afb. G) op de onderzijde van de
grondplaat tot het zaagblad en de grondplaat beide
gelijk liggen met de winkelhaak. Zet de hendel voor het
aanpassen van de afschuinhoek weer vast.
Afstellen van de hendel voor aanpassing van de
afschuinhoek (Afb. F)
Het kan wenselijk zijn de hendel voor aanpassing van de
afschuinhoek
9
af te stellen. De hendel kan na verloop van tijd
losraken en voor het vastzetten de grondplaat raken.
De hendel vastzetten:
1. Houd de hendel voor aanpassing van de afschuinhoek
vast en draai de borgmoer van de hendel voor aanpassing
van de afschuinhoek los (
2. Stel de hendel voor aanpassing van de afschuinhoek af door
deze 1/8 slag in de gewenste richting te draaien.
3. Borgmoer weer vastzetten.
Zaagsnede‑indicator (Afb. H)
De voorzijde van de voetplaat
zaagsnede‑indicator 0˚
45˚
voor verticaal en voor schuin zagen. Met deze
8
zaagsnede‑indicatoren kunt u de zaag leiden langs zaaglijnen
die u op het te zagen materiaal hebt afgetekend.
De indicator staat in één lijn met de linker (buiten)zijde van het
zaagblad. Het bewegende zaagblad dat de sleuf of "zaagsnede"
maakt valt rechts van de indicator. Leid de zaag langs de
afgetekende zaaglijn zodat de zaagsnede uitkomt op het
restmateriaal. Indicatoren van markeringen aan de voorzijde van
de voetplaat staan op 13 mm van elkaar een geven nog meer
aanduidingen voor het zagen.
Zaagsnede‑indicators
voetplaat zodat de zaag haaks kan worden gehouden tijdens
het zagen.
Indicator zaaglengte (Afb. I)
De markeringen aan de zijkant van de voetplaat
lengte van de sleuf die in het materiaal wordt gezaagd bij de
21
, Afb. A) de
, Afb. F).
24
5
van de zaag heeft een
en een zaagsnede‑indicator
7
18
staan ook op de binnenzijde van de
tonen de
5
9