F
GB
D
E
I
ONDERHOUD
Als er speling is tussen de ketting en het zwaard,
laat het uiteinde van het zwaard los en draai de
stelschroef van de kettingspanning een halve slag
rechtsom. Herhaal deze operatie tot er geen speling
meer is.
Til het uiteinde van het zwaard op en draai de
bevestigingsmoeren van het zwaard stevig vast.
De ketting heeft de juiste spanning wanneer de ketting
niet slap meer hangt onder het zwaard en de ketting
strak staat maar zonder haperen met de hand kan
worden gedraaid. Zorg ervoor dat de kettingrem niet
ingeschakeld is.
Opmerking: een te strak gespannen ketting draait
niet meer. Draai de zwaardschroeven iets los en draai
de stelschroef van de kettingspanning een 1/4 slag
linksom. Til het uiteinde van het zwaard op en draai de
bevestigingsmoeren van het zwaard opnieuw stevig vast.
Controleer of de ketting zonder haperen kan draaien.
KETTINGSPANNING INSTELLEN (afb. 44-46)
WAARSCHUWING
Raak de ketting niet aan en stel de spanning
nooit bij als de motor aanstaat. De zaagketting
is zeer scherp. Draag altijd beschermende
handschoenen tijdens het uitvoeren van
onderhoud aan de ketting.
Zet de motor af voordat u de kettingspanning instelt.
Zorg ervoor dat de zwaardschroeven tot handvast
worden losgedraaid.
Draai de stelschroef van de kettingspanning rechtsom
om de ketting strakker te spannen.
Opmerking: een koude ketting heeft de juiste
spanning wanneer de ketting niet slap meer hangt
onder het zwaard en de ketting strak staat en zonder
haperen met de hand kan worden gedraaid.
Span de ketting opnieuw wanneer de aandrijfschakels
(A) van onder uit de rails van het zwaard hangen.
Opmerking: de temperatuur van de ketting loopt
op tijdens het gebruik. De aandrijfschakels van
een warme ketting die goed is gespannen hangen
ongeveer 1,25 mm onder de rails van het zwaard
uit. Om de juiste spanning van een warme ketting te
bepalen, gebruikt u de punt van de combinatiesleutel
als voelermaat.
Opmerking: nieuwe kettingen hebben de neiging
NL
P
S
DK
N
FIN GR HU
CZ RU
Nederlands
om uit te rekken. Controleer de kettingspanning
regelmatig en stel de spanning bij zodra dat
noodzakelijk is.
LET OP
Een ketting die in warme toestand is gespannen,
kan te strak zitten als hij is afgekoeld. Controleer
de "koude" spanning voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
KETTINGONDERHOUD (afb. 47-48)
LET OP
Controleer of de schakelaar in de STOP "
stand staat voordat u aan de zaag gaat werken.
Gebruik voor deze zaag uitsluitend een ketting
met een lage terugslag. Deze snelzagende
ketting geeft minder kans op terugslag, mits juist
onderhouden.
Voor soepel en snel zagen dient u de ketting op juiste
wijze te onderhouden.
De ketting moet worden geslepen zodra de spaanders
klein en poederachtig worden, als u kracht moet
uitoefenen bij het zagen of als de ketting maar aan één
kant zaagt. Let op de volgende punten bij het onderhoud
van de ketting:
een verkeerde slijphoek van de zijplaat het
terugslaggevaar vergroten.
de speling van de dieptebegrenzers (spaandiepte)
(A):
hoe groter de speling van de dieptebegrenzers is, des
te groter is het terugslagrisico.
een te kleine speling daarentegen verlaagt het
zaagvermogen.
Wanneer de tanden van de ketting harde voorwerpen
raken, zoals spijkers of stenen, of afgesloten raken
door modder of zand op het hout, laat u een erkend
servicecentrum de ketting bijslijpen.
Opmerking: inspecteer het kettingwiel (B) op slijtage
of schade wanneer u de ketting terugplaatst.
Wanneer er tekenen van slijtage of schade aanwezig
zijn, laat u het vervangen door een erkend
servicecentrum.
Opmerking: als u de hieronder beschreven procedure
voor het slijpen van de ketting niet helemaal begrijpt,
laat u de ketting van de kettingzaag door een erkend
servicecentrum slijpen of vervangt u de ketting door een
ketting met lage terugslag.
128
RO PL SLO HR TR EST LT
LV
SK BG
"-