13.7V
0.0A
IUoU 14.4 V
Dit proces kan tot 1 minuut duren, afhankelijk van
de batterijspanning. Deze herkenning is alleen actief
in de universele instelling "Uni". De lader detecteert
automatisch of het een 12 of 24 V batterij is en
begint met opladen in "Uni-Mode". In deze modus
kunnen alle soorten batterijen worden opgeladen.
Als er geen batterij is aangesloten, blijft het apparaat
stand-by staan.
Het opladen begint na het aansluiten van een bat-
terij. Als de batterij is aangesloten met omgekeerde
polariteit, start het apparaat niet. Als het opladen
wordt onderbroken door het losschieten van de
klemmen, schakelt het apparaat onmiddellijk terug
naar de stand-bymodus. Een nieuwe lading begint
wanneer een batterij opnieuw wordt aangesloten.
In het geval van een stroomstoring (of het trekken
van de stekker), start het apparaat automatisch een
nieuwe lading wanneer de stroom terugkeert.
Het opladen kan voortijdig worden beëindigd of
onderbroken met de knop. Indien nodig kan de bat-
terij worden losgekoppeld van de oplader of wordt
het opladen voortgezet door nogmaals op de knop
te drukken. Na een pauze van 1 minuut hervat het
apparaat het opladen automatisch.
3.8.2 Opladen 12 V
De batterij wordt opgeladen volgens een IUoU-
karakteristiek, wat betekent dat in de eerste fase met
de maximaal mogelijke stroom tot de eindspanning
van doorgaans 14,4 V wordt opgeladen. Deze
spanning wordt dan constant gehouden totdat de
stroom onder een drempelwaarde of een veiligheid-
stijd van 8 h verstreken is. Dit wordt gevolgd door
een omschakeling naar laadbehoud, waarbij de
spanning op 13.3V wordt gehouden. Tijdens het
opladen verschijnt de volgende weergave.
Uni
Charge
Mode
14.3V
5.4A
0.10 Ah
00 02
IUoU 14.4 V
De huidige accuspanning en laadstroom, evenals de
opgeladen hoeveelheid en laadtijd worden perma-
nent weergegeven in het display. Nadat de batterij
volledig is opgeladen, schakelt het apparaat over
op laadbehoud. Het opladen kan op elk moment
met de knop worden afgebroken.
3.8.3 Batterijselectie/aanpassing van de
laadparameters
Vanuit het basismenu zijn verschillende instellingen
mogelijk. Er kunnen verschillende soorten batterijen
worden geselecteerd, karakteristieke parameters
kunnen worden gewijzigd, een desulfateringspro-
gramma kan worden geladen en talen kunnen wor-
den geselecteerd.
3.8.3.1 Batterijselectie
Via het touchdisplay kan naar de instelmodus wor-
den geschakeld door het tandwielsymbool lang
ingedrukt te houden (circa 3 seconden). Daar kunt
u kiezen tussen gespecificeerde batterijtypen met
gedefinieerde parameters.
De volgende extra batterijtypes kunnen worden
geselecteerd:
NAT Voor batterijen met vloeibare elektrolyt (ook
loodcalcium of EFB).
AVA Voor batterijen met elektrolyt vast in glasvezels
(Absorbed Glass Matt).
GEL Voor batterijen met vast elektrolyt.
Li-ion Voor batterijen in Li-ion-technologie.
Uni
Charge
Mode
95