Zorg altijd voor een uitgebalanceerde
■
lichaamshouding en een dat u stabiel staat.
Geschikte veiligheidsbrillen moeten worden
■
gebruikt en geschikte handschoenen en be-
schermende kleding worden aanbevolen.
In enkele werkomgevingen zijn stofmaskers,
■
veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen of is
andere persoonlijk veiligheidsuitrusting nood-
zakelijk. Werkgever, gereedschapeigenaar en
- bediener moeten alle medewerkers opdracht
geven voor het gebruik van de veiligheidsuitrus-
ting die nodig is voor de specifieke werkom-
geving.
Informatie over bevestigingsmiddelen vindt u in
■
de Bedieningshandleiding.
Herhalende bewegingen
Wordt een gereedschap langdurig gebruikt,
■
kunnen handen, armen, schouders, nek en
andere lichaamsdelen onaangenaam gaan
aanvoelen.
Bij het gebruik van een gereedschap moet de
■
bediener een geschikte, maar wel ergonomi-
sche houding aannemen. Zorg dat u stevig
staat en vermijd oncomfortabele of ongebalan-
ceerde lichaamshoudingen.
Heeft een gereedschapbediener symptomen,
■
zoals aanhoudende of terugkerende klachten,
pijn, kloppingen, tintelingen, doofheid, een
branderig gevoel of stijfheid, negeer deze
waarschuwingssignalen dan niet. De bediener
moet dan contact opnemen met een gekwa-
lificeerde arts en deze informeren over alle
uitgevoerde activiteiten.
Elke risicobeoordeling moet zich concentreren
■
op ziekten aan het spier- en bottenstelsel en
worden gebaseerd op de aanname dat het
verminderen van de vermoeidheid tijdens de
werkzaamheden gezondheidsklachten effectief
kan verminderen,
Gevaren gerelateerde aan accessoires
en verbruiksmaterialen
Gebruik alleen bevestigingselementen en
■
accessoires die door Würth zijn geproduceerd
of aanbevolen.
Smeer het gereedschap nooit, omdat hierdoor
■
problemen kunnen ontstaan.
78
Veiligheidsaanwijzingen
De paragraaf technische gegevens bevat
■
gedetailleerde gegevens m.b.t. bevestigingsele-
menten en accessoires.
De energietoevoer naar het gereedschap,
■
bijvoorbeeld lucht of gas, scheiden, voordat
u accessoires, zoals het werkstukcontact,
vervangt of als u instellingen uitvoert.
Gevaren op de werkplek
Uitglijden, struikelen en vallen zijn de
■
hoofdoorzaken voor letsel op de werkplek.
Houd rekening met gladde oppervlakken die
kunnen ontstaan door het gebruik van het
gereedschap.
Ga in onbekende omgevingen zeer voorzichtig
■
te werk. Er kan sprake zijn van verborgen
gevaren, bijv. stroom- en ander nutsleidingen.
Het gereedschap is niet geschikt voor gebruik
■
in zones met explosiegevaar en is niet geïso-
leerd voor contact met elektrische stroom.
Wees zeer voorzichtig bij het aanbrengen van
■
bevestigingselementen in bestaande wanden
of andere blinde oppervlakken, om contact
met hierin verborgen objecten of personen
aan de andere zijde (bijv. elektrische kabels,
gasleidingen) te verhinderen.
Gevaren door stof en uitlaatgassen
Wordt het gereedschap gebruikt in
■
een omgeving met veel stof, kan het
stof hierdoor opwervelen en een
gevaarlijke situatie veroorzaken. De
risicobeoordeling moet ook rekening houden
met stof dat ontstaat door het gebruik van het
gereedschap en de mogelijkheid dat aanwezig
stof zal opwervelen.
De luchtuitlaat zo richten, dat de stofbelasting
■
in een met stof gevulde ruimte beperkt wordt.
Bij gevaren door stof of uitlaatgassen ligt
■
de prioriteit bij het beheersen hiervan door
het wijzigen van de uitblaasrichting van het
gereedschap.