• Als het gereedschap onbewaakt of buiten
controle van de bediener is.
• Als aanpassingen worden uitgevoerd.
• Vóór het verwijderen van bevestigingsele-
menten uit het magazijn of
• Wisselen/vervangen van accessoires
Let er tijdens gebruik op dat de bevesti-
■
gingselementen correct in het materiaal
binnendringen en niet worden afgevuurd in
de richting van de bediener en/of andere per-
sonen en niet van richting kunnen veranderen.
Tijdens gebruik kunnen brokstukken van het
■
werkstuk of door het bevestigings- of bundel-
systeem worden afgegeven.
Draag tijdens gebruik van het gereedschap
■
altijd een stootbestendige oogbescherming
met zijbescherming. De risico's voor andere
personen moeten altijd worden beoordeeld
door de gebruiker.
Zorg dat het gereedschap altijd veilig op het
■
werkstuk aanligt en niet kan wegglijden.
Gevaren tijdens gebruik
Houd het gereedschap goed vast en wees
■
gereed om de normale en plotselinge bewe-
gingen, bijv. een terugslag, tegen te werken.
Draag altijd geschikte gehoorbescherming.
■
Zorg altijd voor een uitgebalanceerde
■
lichaamshouding en een dat u stabiel staat.
Leg het gereedschap bij niet-gebruik veilig op
■
zijn kant.
Geschikte veiligheidsbrillen moeten worden
■
gebruikt en geschikte handschoenen en be-
schermende kleding worden aanbevolen.
In enkele werkomgevingen zijn stofmaskers,
■
veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen of is
andere persoonlijk veiligheidsuitrusting noodz-
akelijk. Werkgever, gereedschapeigenaar en
- bediener moeten alle medewerkers opdracht
geven voor het gebruik van de veiligheid-
suitrusting die nodig is voor de specifieke
werkomgeving.
Gebruik alleen de juiste voedingseenheid, de
■
juiste accu en de juiste gaspatroon voor het
gereedschap – zie paragraaf Apparaat-
specificaties.
Veiligheidsaanwijzingen
Herhalende bewegingen
■
■
■
■
Gevaren gerelateerde aan accessoires
en verbruiksmaterialen
■
■
■
■
Gevaren op de werkplek
■
Wordt een gereedschap langdurig gebruikt,
kunnen handen, armen, schouders, nek en
andere lichaamsdelen onaangenaam gaan
aanvoelen.
Bij het gebruik van een gereedschap moet de
bediener een geschikte, maar wel ergonomi-
sche houding aannemen. Zorg dat u stevig
staat en vermijd oncomfortabele of ongeba-
lanceerde lichaamshoudingen.
Heeft een gereedschapbediener symptomen,
zoals aanhoudende of terugkerende klachten,
pijn, kloppingen, tintelingen, doofheid, een
branderig gevoel of stijfheid, negeer deze
waarschuwingssignalen dan niet. De bediener
moet dan contact opnemen met een gekwa-
lificeerde arts en deze informeren over alle
uitgevoerde activiteiten.
Elke risicobeoordeling moet zich concentreren
op ziekten aan het spier- en bottenstelsel en
worden gebaseerd op de aanname dat het
verminderen van de vermoeidheid tijdens de
werkzaamheden gezondheidsklachten effec-
tief kan verminderen,
Gebruik alleen bevestigingselementen en
accessoires die door Würth zijn geproduceerd
of aanbevolen.
Smeer het gereedschap niet! Smeer het ge-
reedschap nooit, omdat hierdoor problemen
kunnen ontstaan.
De paragraaf Apparaatspecificaties bevat
gedetailleerde gegevens m.b.t. bevestigings-
elementen en accessoires.
De energietoevoer naar het gereedschap,
bijvoorbeeld accu of gas, scheiden, voordat
u accessoires, zoals het werkstukcontact,
vervangt of als u instellingen uitvoert.
Uitglijden, struikelen en vallen zijn de
hoofdoorzaken voor letsel op de werkplek.
Houd rekening met gladde oppervlakken die
kunnen ontstaan door het gebruik van het
gereedschap.
109