Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Als de polsslag doelwaarde tijdens de training bereikt wordt,
geeft de computer een alarmsignaal.
TIME
Trainingstijd
In dit veld wordt de trainingstijd in minuten
en seconden gemeten. Weergavebereik:
min. 00:00 tot max. 99:00.
RPM / SPEED
Snelheid
In dit veld wordt afwisselend (elke 6 seconden
de trapfrequentie als RPM (Round per minute
= omwentelingen per minuut en SPEED de
snelheid in km/h weergegeven. Weergave-
bereik: min. 0,0 tot max. 99,9 km/h.
DISTANCE
Trainingsafstand
De afgelegde afstand wordt in km gemeten.
De afstandtelling begint met >0< en kan
maximaal tot 99,99 km weergegeven
worden. De telling gebeurt in 0,01 km
stappen = 10 meter.
CALORIES
Calorieën-, energieverbruik
In dit veld wordt het berekende calorieën-
verbruik weergegeven. De waarde wordt
in de training aan de hand van de weerstand- en tijdmetingen
berekend. Weergavebereik: min. 0 tot max. 990.
De gegevens dienen echter uitsluitend als een grove richtlijn ter
vergelijking van de diverse oefeningen en kunnen niet voor
medische doeleinden gebruikt worden.
SLAAPSTAND (leeg)
Als geen RPM of PULSE gemeten wordt of er binnen 4 minuten
geen manuele instellingen plaatsvinden, schakelt het apparaat
naar de slaapstand.
4. Persoonlijke trainingsprogrammeringen
Algemeen
– Zonder aparte programmeringen tellen de waardes in de
diverse functies [TIME; DISTANCE, CALORIES en PULSE] van
>0< omhoog.
– Voor een zinvolle training is het voldoende bij slechts één
functie [TIME; DISTANCE, CALORIES of PULSE] een doel-
waarde in te stellen.
– Als een persoonlijke doelwaarde als trainingsprogrammering
ingesteld wordt, telt de computer vanaf deze waarde terug.
Bij het bereiken van de doelwaarde >0< hoort u een signaal.
Als daarna, zonder programmering van een nieuwe doel-
waarde, verder getraind wordt telt de computer in deze modus
na indrukken van de START-toets weer van de geprogram-
meerde waarde terug.
– Eenmaal ingestelde doelwaardes kunnen tijdens de training
niet gewijzigd worden, slechts na indrukken van de STOP-
toets.
Doelwaardeprogrammering
Het instellen van de doelwaardes is bij alle functies hetzelfde:
Bijv. DISTANCE
1. Druk op de ENTER-toets totdat in het veld de omschrijving
>DISTANCE< knippert.
22
2. Door draaien in de richting UP verhoogt u de waarde. Bijv.
DISTANCE in 0,1 km interval.
3. Als u de doelwaarde weer wilt reduceren, draait u in de
DOWN richting. Er wordt weer van de vorige waarde terug-
geteld.
4. Als u de doelwaarde ingesteld heeft, druk dan op de ENTER-
toets. De waarde is dan in deze functie opgeslagen en u gaat
naar de volgende functie bijv. CALORIES.
5. Programmeer de waarde indien mogelijk slechts in één
functie, omdat de trainingsdoelen elkaar anders overlappen.
Bijv. als u het geprogrammeerde tijddoel eerder zou bereiken
dan het voorgeprogrammeerde afstandsdoel.
6. De voorgeprogrammeerde waardes in de andere functies
[TIME, CALORIES of PULSE] worden als onder 1-4 beschreven,
ook met de toetsen SET, RESET en ENTER ingevoerd.
Na het afsluiten van de programmeringen kunt u met trainen
beginnen. Tijdens de training zijn alle actuele waardes naast
elkaar af te lezen. De geprogrammeerde waarde wordt tot
>0< teruggeteld.
5. Training
Na inschakelen van het apparaat (zie hoofdstuk 1) en gebrui-
kerkeuze (U 0–4) knippert de programmaregel in het bovenste
displayveld.
U geraakt ook op deze programmaregel in het bovenste dis-
playveld door kort indrukken van de START toets, zonder de com-
puter te herstarten.
– Kies het trainingsprogramma (MANUAL, PROGRAM, H.R.C.
of USER) met de draaiknop UP of DOWN en bevestig weer
met ENTER.
– Als de door u gekozen trainingsmodus MANUAL, PROGRAM
of USER is en u een doelwaarde voor de hartslag pro-
grammeert, geeft de computer een optisch en akoestisch
signaal zodra de actuele waarde van de hartslag de doel-
waarde bereikt heeft.
Training > MANUAL
Manuele training
Het afstandsprofiel wordt gelijkmatig in een lijn weergegeven.
Alle programmeringen zijn individueel mogelijk. [TIME,
DISTANCE, CALORIES of PULSE]. Trainingsbegin door indrukken
van de toets START en actief trainen. Met de draaiknop UP en
DOWN kan voor het begin of tijdens de training het volledige
afstandsprofiel verhoogd of verlaagd worden. Via de inge-
stelde trainingstijd (TIME) toont de computer in het afstand-