NL
NL
AUTOMATISCHE PROGRAMMERING (vereenvoudigd)
Procedure:
1- Zet de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om ongeveer vijf seconden in sluitrichting te
bewegen.Als de vleugels niet in positie staan, kan de in de voorgaande paragraaf beschreven procedure worden gevolgd.
2- Houd de knop Prog ingedrukt en verricht een reset door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten .
3- Houd de knop Prog. ingedrukt
4- Na drie seconden zal de led Ld3 (en het knipperlicht) gaan branden. De programmeerprocedure is geactiveerd
5- Druk op de knop P/P om de herkenningsfase van start te laten gaan. De vleugel M2 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in de sluitrichting en
stopt daarna.
6- Vleugel M1 voert onmiddellijk daarna dezelfde beweging uit.
BELANGRIJK: bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u de herkenningsfase opnieuw uit te
voeren (waarbij u de vleugels zo zet dat zij erin slagen in 5 seconden te sluiten zonder tegen de aanslag te komen).
7- De vleugel M1 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in de openingsrichting en stopt daarna.
8- Vleugel 2 voert onmiddellijk daarna dezelfde beweging uit.(3-5 sec in de openingsrichting en stopt daarna).
BELANGRIJK: ook bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u ze beter te zetten en de
herkenningsfase opnieuw uit te voeren. Nu heeft de besturingseenheid alle parameters van de twee vleugels gemeten (aanwezigheid-
afwezigheid encoder en de snelheid, stroom op de motoren).
- De besturingseenheid zoekt tijdens deze manoeuvre naar de aanwezigheid van de encoders op de motoren: HET IS NIET TOEGESTAAN
één motor met de encoder te hebben en de ander zonder; als dat gebeurt (bijvoorbeeld als gevolg van een defect op de encoder van één van
de motoren) zal de besturingseenheid een foutmelding geven die bestaat uit 10 knipperingen van het ledje LD3 en het controlelampje.
- U kunt controleren of de aanwezigheid van de encoders correct wordt gedetecteerd door te kijken naar de ledlampjes voor werking van de motoren
(onderdelen9en21vanafb.1),alshetledjevandebewegendemotorknippert,betekentditdatdedesbetreffendeencoderisgevonden.
Als het ledje ononderbroken blijft branden, betekent dit dat de encoder niet is gevonden.
- Als de besturingseenheid op beide motoren geen encoder vindt, zal obstakeldetectie plaatsvinden door de stroom tijdens de werking
worden gecontroleerd.
9- De vleugel met M2 gaat helemaal dicht
10- Ook M1 gaat dicht
11-12- Wanneer beide vleugels dicht zijn gaat M1 automatisch open.
13- Wanneer M1 open is, gaat ook M2 helemaal open
14- Wanneer de twee vleugels beide in de openingsstand staan, begint de geheugenopslag van de pauzeduur.
15- Na afloop van de gewenste pauzeduur, drukt u op de knop P/P , waarna de motor M2 in de sluitrichting gaat.
16- Wanneer M2 bij de aanslag komt, sluit M1.
17- Poort helemaal gesloten.
18- Einde van het programmeren (de besturingseenheid stelt zich nu op een normale werking in).
- De in het geheugen opgeslagen waarden blijven bewaard totdat ze opnieuw worden geprogrammeerd.
- Deze vereenvoudigde programmeerprocedure zal automatisch de vertragingswaarden van de vleugel en de punten van snelheidsafname
instellen door de defaultwaarden toe te passen.
- Indien deze instellingen ongeschikt mochten blijken te zijn voor de installering in kwestie, zal het noodzakelijk zijn de in de volgende
paragraaf beschreven gevorderde programmering uit te voeren.
68
Reset
P3
P3
LD3
Tijd
Pauze
P3
P3
P3
LD3
LD3
Eind