Installatie
Installeren van de
stuureenheid
1. Haak de riem op de houder vast.
2. Bevestig de houder aan de binnenste
rand van het stuur zodat de houder in
de richting van de bestuurder wijst.
1 Wikkel de riem rond de buitenste rand
van het stuur en plaats het uiteinde door
de gleuf in de houder.
2 PTrek de riem aan en zet hem vervolgens
met de twee overige haken aan de
houder vast.
3.
Knip het overtollige gedeelte van
3
de riem af.
4. Plaats de stuurafstandsbediening in
de houder.
Controleer voor de installatie of de
vergrendeling zich bij de markering bevindt.
5. Verschuif de vergrendeling aan de
onderkant totdat deze inklikt om de
afstandsbediening vast te zetten.
Vergrendeling
Markering
13