Briggs & Stratton 290000 Instrucciones De Mantenimiento & Operación página 71

Ocultar thumbs Ver también para 290000:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 27
MOTOROLIE VERVERSEN
Ververs de olie na de eerste 8 bedrijfsuren.
1. Ververs de olie wanneer de motor warm is.
2. Verwijder de olie aftapplug om de olie af te tappen.
3. Opnieuw vullen met olie van de aanbevolen SAE viscositeit.
4. Vullen tot de FULL" (=vol)markering op de peilstok.
Ë
OLIEFILTER
, INDIEN HIERMEE UITGERUST.
Vervang de oliefilter na iedere 100 bedrijfsuren, of ieder seizoen, wat het eerst voor komt.
1. Voordat de nieuwe filter wordt aangebracht, de pakkingring van de filter licht inoliën
met verse schone motorolie.
2. Schroef de filter met de hand op tot de pakking de oliefilteradapter raakt. Dan nog 1/2 tot
3/4 slag verder vastdraaien.
3. Vullen met olie van de aanbevolen SAE viscositeit. Zie Olie Bijvullen onder OLIE
AANBEVELINGEN voor de procedure.
4. Start de motor en laat deze STATIONAIR draaien om op olielekkage te controleren.
5. Stop de motor. Controleer opnieuw het oliepeil en vul zonodig bij.
OLIEDRUK
Wanneer de oliedruk daalt tot minder dan 0,1-0,2 kg/cm
(indien hiermee uitgerust) een waarschuwingssysteem activeren of de motor stoppen.
Controleer het oliepeil met de peilstok. Wanneer het oliepeil zich tussen de "ADD"
(=toevoegen) en FULL (=vol) markering op de peilstok bevindt, niet proberen de motor
opnieuw te starten. Raadpleeg een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer. Gebruik
de motor niet tot de oliedruk gecorrigeerd is.
Wanneer het oliepeil zich onder de "ADD" (=bijvullen) markering op de peilstok bevindt, olie
bijvullen om het peil tot de FULL (=vol) markering te brengen. Start de motor opnieuw en
controleer de oliedruk. Als de druk normaal is, blijf dan de motor gebruiken.
Noot: Een oliedrukmeter, indien hiermee uitgerust, wordt geleverd door de machinefabrikant.
LUCHTFILTER, DUBBEL ELEMENT
1. Haak de klemmen op de zijkanten van het deksel los en verwijder het deksel.
Ë
2. Schuif voorzichtig de voorfilter
van de patroon
Î
Í
3. Verwijder de moer
en de plaat
.
dat vuil de carburateur binnenkomt
Reinig de patroon door deze zachtjes tegen een plat oppervlak te kloppen. Vervang
de voorfilter, indien hiermee uitgerust, of patroon indien erg vuil of beschadigd.
OPGEPAST: Gebruik geen petroleum oplosmiddelen, zoals kerosine, welke de patroon
zullen doen vervormen. Gebruik geen perslucht, dit kan de patroon beschadigen.
De patroon niet inoliën.
4. Installeer patroon, plaat en moer weer.
5. Breng de voorfilter weer op de patroon aan.
6. Breng het deksel aan en maak de klemmen vast.
BOUGIE
− ZIE FIG.
9
WAARSCHUWING
Controleer NIET op vonken met verwijderde bougie.
Gebruik uitsluitend een Briggs & Stratton Vonktester om op vonken te controleren.
• Wanneer de motor verzopen" is, plaats de toerenregeling dan in de FAST" (=volgas)
positie en torn tot de motor start.
• De elektrodes van de bougie moeten schoon zijn om de voor ontsteking benodigde
krachtige vonk te produceren. Als de bougie versleten of vuil is, is het moeilijk om uw motor
te starten.
Ê
• Zorg dat de elektrodeafstand
0,75 mm. is.
Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een weerstandsbougie
om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel was uitgerust met een
weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type bougie.
BRANDSTOFFILTER
- ZIE FIG.
Ì
Vervang de brandstoffilter in de slang
ieder seizoen.
WAARSCHUWING
Tap de brandstoftank af of sluit de brandstofkraan voordat de filter vervangen wordt.
− ZIE FIG.
7
Ê
2
, dan zal een oliedrukschakelaar
ZIE FIG.
8
Ì
.
. Verwijder voorzichtig de patroon om te voorkomen
10
KLEPSPELING
Benzinemotoren −
Controleer de klepspeling jaarlijks (inlaat en uitlaat 0,10-0,15 mm)
Aardgas / LPG Motoren −
De klepspeling moet na elke 100 bedrijfsuren gecontroleerd worden. Zonodig bijstellen.
UITLAAT
− ZIE FIG.
Een ophoping van kaf/vuil rond spruitstuk/uitlaat
gebruik rond de uitlaat inspecteren en reinigen.
Indien de uitlaat is voorzien van een vonkenvangerscherm
verwijderen voor reiniging en inspectie. Vervangen indien beschadigd.
VUIL VERWIJDEREN
Verwijder regelmatig opgehoopt gras en kaf van de motor.
Verwijder de oliekoeler om vuil te verwijderen.
Gras of kaf kan het luchtkoelsysteem van de motor verstoppen, vooral na gebruik voor het maaien
van lang, droog gras. Iedere 100 uur of ieder seizoen, de inwendige koelvinnen en oppervlakken
schoonmaken om oververhitting en motorschade te voorkomen. Verwijder de koelluchtkap
om de getoonde gebieden te reinigen
Houd verbindingen, veren en bedieningen vrij van vuil.
OPGEPAST
Motoronderdelen NIET met water reinigen. Water kan het brandstofsysteem verontreinigen.
Gebruik een borstel of een droge doek.
Ê
69
NL
10
WAARSCHUWING
Ê
kan brand veroorzaken. Voor ieder
Ë
, dit iedere 50 uur of ieder seizoen
− ZIE FIG.
10
Í
Î
.
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

300000350000380000

Tabla de contenido