Craftsman 25098 Manual De Las Instrucciones página 67

Tabla de contenido
Q
7. Ricerca
guasti.
7. Het
Iocaliseren
van
fouten.
II motore
non parte
1.
Manca il carburante.
2.
Difetto di candela.
3.
Collegamento della candela difettoso.
4.
Sporco nel sistema di alimentazione e onel carburatore.
II motorino
di avviamento
non fa girare
il motore
1.
Batteria scarica.
2.
Difetto di contatto tra cavo e polo della batteda.
3.
Leva di inserimento
del tagliaerba
in posizione errata.
4.
Fusibile principale
bruciato.
5.
Interruttore a chiave guasto.
6.
Interruttore di sicurezza per pedale freno/fdzione guasto.
7.
Premere il pedale freno/frizione.
|1 motore
non gira bene
1.
Scalare di marcia.
2.
Difetto di candela.
3.
Difetto regolazione carburatore.
4.
Filtro ostruito.
5.
Sfiato serbatoio carburante ostruito.
6.
Controllare la registrazione dell'accensione.
7.
Sporco nei tubi del carburante.
II motore
non "tira"
bene
1. Filtro dell'aria ostmito.
2.
Difetto di candela.
3.
Sporco nel carburatore o nei tubi del carburante.
4.
Difetto regolazione carburatore.
II motore ai surriscalda
1.
Motore sotto sforzo.
2.
Presa d'ada o alette di raffreddamento
ostruite.
3. Ventola danneggiata.
4.
Manca olio nel motore.
5.
Accensione
difettosa.
6.
Difetto di candela.
La batteria
non ricarica
1.
Fusibile bruciato.
2.
Uno o piO elementi danneggiati.
3. Cattivo contatto tra cavi epoli della batteda.
Le luci non funzionano
1. Lampade bruciate o rotte.
2.
Interruttore guasto.
3.
Cortocircuito nelrimpianto elettdco.
La macchina
vibra
1.
Le lame sono tente.
2.
II motore _ lento.
3.
Lame fuori equilibdo causato da danneggiamento
o
difetto di affilatura.
Risultato
di taglio irregolare
1. Lame da affilare.
2.
Taglaierba fuori assetto.
3.
Erba alta o bagnata.
4.
Accumulo di erba sotto il copdlame.
5.
Pressiene non unifon'ne nei pneumatici.
6.
Marcia troppo alta.
7.
La cinghia slitta.
(_
De motor start niet
1.
Er is geen benzine in de tank.
2.
De bougie is defect.
3.
De bougie-aansluiting is defect.
4.
Vuil in carburateur of brandstofleiding.
De startmotor trekt de motor niet
1. De accu is leeg.
2.
Slecht contact tussen kabel en accupool.
3.
Aarduitschakelhendel
in foutieve stand.
4.
De hoofdzekering
is defect.
5.
Het stuurslot/contact
is defect.
6.
Het veiligheidscontact
voor
koppelings/rempedaal
is
defect.
7.
Koppelings/rempedaal
niet ingedrukt.
De motor Ioopt niet gelijkmatig
1. Te hoge versnelling.
2.
De bougie is defect.
3.
De carburateur is foutief ingesteld.
4.
Het luchffilter zit dicht.
5.
De ventilatie van de brandstoftank
is verstopt.
6.
De ontsteking is verkeerd ingesteld.
7.
Vuil in de brandstofleidingen.
De motor lijkt zwaldweinig
vermogen
1. Het luchffiiter is verstopt.
2.
De bougie is defect.
3.
Vuil in de carburateur of brandstofieiding.
4.
De carburateur is verkeerd ingesteld.
De motor raakt oververhit
1.
De motor is overbelast.
2.
De luchtinlaat of de koeldbben zitten verstopt.
3.
De ventilator is beschadigd.
4. Te weinig of geen olie in de motor.
5.
Het voorgloeien is defect.
6.
De bougie is defect.
De accu laadt niet op
1. De zekering is defect.
2.
Een of meer cellen zijn beschadigd.
3. Accupolenen kabels maken geen contact.
De verlichting
werkt niet
1.
De gloeilampen zijn stuk.
2.
De schakelaar is defect.
3.
Kortsluiting in de leiding.
De machine
trilt
1.
De messen zitten los.
2.
De motor zit los.
3.
E_n of beide messen zijn in onbalans, veroorzaakt
door beschadiging of slechte balans na het slijpen.
Hoogte van gemaaid gras is ongelijk
1.
De messen zijn bot.
2.
De maaikast staat niet recht.
3.
Lang of nat gras.
4.
Grasophoping
onder de kap.
5.
De luchtdruk in de banden is links en rechts niet gelijk.
6.
Te hoge versnelling.
7.
De aanddjfdem
slipt.
67
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido