5. Breng de riemaanspanner en de wagen weer terug op de plaats van daarvoor. Assembleer de kop van de geleiderail (A), zoals op afbeel-
ding 17 te zien is. Hiervoor hebt u een bepaalde kracht nodig, gebruik eventueel een rubber hamer.
6. Breng in de schroef van de riemaanspanner de veer, de borgring en de moer M8 (D) aan, zoals op afbeelding 18 te zien is.
7. Span de riem aan met behulp van de moer M8 (D) (afbeelding 11) totdat u voelt dat die voldoende aanagespannen is.
17
Uitvoering van 4 m
Als de te automatiseren deur hoger is dan 2,5 m dient u de geleide-
rail als volgt te assembleren:
1. Draai de moer M8 (D) helemaal los, zoals op afbeelding 13 te zien is.
2. Schuif de riemaanspanner (E) tot halverwege de geleiderail, zoals
op afbeelding 14 te zien is, en haal de wagen helemaal weg.
3. Haal het vrije uiteinde van de riem door het kopgedeelte, zoals op
afbeelding 15 te zien is, en bevestig dit met de reeds aanwezige
schroeven en borgringen aan de wagen, zoals op afbeelding 16
te zien is. Let op de stand van de riem: de tanden moeten naar
binnen gericht zijn en de riem moet recht zijn en niet gedraaid.
4. Assembleer de kop van de geleiderail (A), zoals op afbeelding 17
te zien is. Hiervoor hebt u een bepaalde kracht nodig, gebruik
eventueel een rubber hamer.
5. Bevestig de twee delen (F) met behulp van de koppelingsbeugels
(B) aan elkaar, zoals op afbeelding 19 te zien is.
6. Breng de riemaanspanner en de wagen weer terug op hun oor-
spronkelijke plaats.
3.2.4) Bevestiging van de reductiemotor aan de geleiderail
1. Maak de reductiemotor SPIN aan de kop van de geleiderail (A) vast; bevestig hem vervolgens met de 4 schroeven V6.3x38, zoals op afbeelding 20 te zien is.
2. De motor kan in drie verschillende standen gedraaid worden, zoals op afbeelding 21 te zien is.
20
3.2.5) Bevestiging van de reductiemotor aan het plafond
1. Teken op grond van de waarden A en B op afbeelding 5 in het midden van de deur de twee punten af waar de voorste beugel van de geleiderail beves-
tigd moet worden. Op grond van het soort materiaal kan de voorbeugel met nagels, pluggen of schroeven vastgezet worden (afbeeldingen 22, 23). Als
de waarden A en B (afbeelding 5) dat toelaten, kan de beugel rechtstreeks op het plafond bevestigd worden, zoals op afbeelding 24 te zien is.
22
176
A
23
D
18
19
F
7. Breng in de schroef van de riemaanspanner de veer, de borgring
en de moer M8 aan (D), zoals op afbeelding 18 te zien is.
8. Span de riem met behulp van de moer M8 (D) aan (afbeelding 11)
totdat u voelt dat die voldoende aangespannen is.
21
24
F