Praten en luisteren
Alle radiozendontvangers in uw groep moeten op hetzelfde
kanaal en op dezelfde subcode worden ingesteld om te
kunnen communiceren.
1. Houd de radiozendontvanger op 2 tot 3 cm van uw mond.
2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Het
pictogram Transmit
verschijnt op het scherm.
3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende
oproepen ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt het
pictogram Receive
op het scherm.
Voor maximale geluidshelderheid houdt u de
radiozendontvanger 2 tot 3 centimeter van uw oor. Zorg dat
de microfoon onbedekt blijft als u spreekt.
Zendbereik
Uw radiozendontvanger is ontworpen voor optimale
prestaties en een verbeterd zendbereik. Zorg ervoor dat er
een afstand van ten minste 1,5 meter tussen de
radiozendontvanger zit wanneer u ze gebruikt.
Monitor-toets
Houd de toets
Scan/Monitor gedurende 3 seconden
ingedrukt om in de Monitor-modus te gaan en luister naar
zwakke signalen op het huidige kanaal. U kunt ook luisteren
naar het volumeniveau van de radiozendontvanger wanneer
u geen berichten ontvangt. Zo kunt u indien nodig het
volume aanpassen.
Push-to-Talk time-out-timer
Om te voorkomen dat u per ongeluk berichten verzendt en
om de batterij te sparen, zendt de radiozendontvanger
continu een waarschuwingstoon uit. Het apparaat stopt met
zenden als u gedurende 60 seconden de PTT-toets
ingedrukt houdt.
Menu-opties
Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar.
Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden
geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd.
Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen
waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid.
Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland.
89