Accu's laden
F Voordat de acculader met het
stroomnet verbonden wordt,
dient de aan-uit-schakelaar
(5) op "0" (UIT) te worden
gezet!
F Voordat u met het opladen
begint, moeten de voorschrif-
ten van de accufabrikant wor-
den geraadpleegd en in acht
worden genomen.
F Beschermbril dragen!
F Zuurspatten op de huid of kle-
ding onmiddell k met veel
water afspoelen! Eventueel
een arts consulteren!
F Laad alleen goede accu's op
met een nominale spanning
van 12 V of 24 V!
F Er
mogen
alleen
accu'sparallel
schakeld om deze op te laden.
F Onderhoudsvr e accu's niet
samen met standaardaccu's
opladen!
F De doppen van de accucellen
b standaard accu's voor het
laden van de accu afschroe-
ven!
F Accu's alleen in goed geven-
tileerde ruimten opladen!
Ontploffingsgevaar door
knalgasvorming!
F Vuur, open licht en vonken
voorkomen!
F B b tende gasstank:
Apparaat niet uitschakelen!
Vuur, open licht en vonken
voorkomen!
Accuklemmen niet
deren!
geteste
worden
ge-
Ruimte
ventileren!
Nederlands
acuut
ontploffingsgevaar!
verw
onmiddell k
Na het ventileren:
Apparaat uitschakelen!
Accu door een servicedienst
voor Bosch produkten laten
controleren.
Voor iedere laadprocedure accu-
klemmen kortsluiten en apparaat
met
de
aan-uit-schakelaar
inschakelen.
Het rode controlelampje (3) moet
branden.
Wanneer de netzekering geacti-
veerd wordt, moet de acculader uit-
geschakeld worden en door de
Bosch-Servicedienst gecontroleerd
worden!
De aanbevolen maximale oplaadca-
paciteit bedraagt 210 Ah.
goed
43
(5)