16
4 Accu's laden
De geadviseerde maximale oplaad-
capaciteit bedraagt
12 V:
24 V:
Normaal laden
1. Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
2. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
3. Accuklemmen op de juiste
polen van de accu vastklem-
men:
– rode klem op de pluspool
– zwarte klem op de minpool
Wanneer bij het aansluiten
van
de
oplaadklemmen
flinke vonken ontstaan, is de
accu niet met de juiste poling
aangesloten.
4. Spanningskeuzeschakelaar (3)
op stand "12 V" resp. "24 V"
draaien.
5. Stel keuzeschakelaar (2) in op
Normal
F Keuzeschakelaar mag niet in
een andere stand staan!
6. Stekker in het stopcontact ste-
ken.
7. Hoofdschakelaar (4) inschake-
len.
8. Oplaadstroom doorlopend con-
troleren op de ampèremeter (1).
F Het opladen moet worden
beëindigd zodra de laad-
stroom constant blijft of gas-
vorming in de accu ontstaat.
Na voltooiing van het laden:
9. Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
10. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
11. Accuklemmen van de accu ver-
w deren.
Snel opladen
F Snel opladen mag uitsluitend
gebeuren met een accu die
getest is en correct werkt.
Nederlands
F Het gevaar bestaat dat de
accu wordt vernietigd door
overmatige oplading.
Daarom moet bij deze toepas-
sing het opladen voortdurend
100 Ah
worden
90 Ah
altijd beslist op tijd met de
hand worden gestopt!
Het snel opladen vindt plaats zoals
beschreven bij normaal opladen.
De keuzeschakelaar (2) wordt ech-
ter na het begin van het opladen
omgeschakeld naar
Rapid/Start
5 Gebruik als starthulp
1. Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
2. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
3. Accuklemmen op de juiste
polen van de accu vastklem-
men:
– rode klem op de pluspool
– zwarte klem op de minpool
F Let erop dat de accuklemmen
goed en veilig vastzitten!
4. Spanningskeuzeschakelaar (3)
instellen op stand "12 V" of
"24 V".
5. Stel keuzeschakelaar (2) in op
Normal
6. Stekker in het stopcontact ste-
ken.
7. Hoofdschakelaar (4) inschake-
len.
Na 5 tot 10 minuten:
8. Stel keuzeschakelaar (2) in op
Rapid/Start
F Onmiddellijk na het inschake-
len stroomt de maximale
oplaadstroom.
Het oplaadapparaat mag daa-
rom pas vlak voor het starten
worden
moet onmiddellijk na het star-
ten weer worden uitgescha-
keld.
9. Motor starten
F De accu mag slechts gedu-
rende max. 1 minuut als start-
hulp worden gebruikt!
gecontroleerd
en
ingeschakeld
en
Daarna dient een afkoelings-
pauze van ca. 25 minuten te
worden aangehouden!
10. Hoofdschakelaar (4) uitschake-
len.
11. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
12. Accuklemmen van de accu ver-
w deren.
6 Technische
specificaties
Afmetingen l x b x h:
165 x 185 x 410 mm
Gewicht:
Omgevingstemperatuur:
–10°C ... +40°C
Nominale netspanning:
230 V +6%/–10%
Nominale netfrequentie: 50...60 Hz
Opgenomen vermogen:ca. 1200 VA
Netsnoer:
1.5 mm
Nominale accuspanning:
Laadstroom:
Normaal laden
12 V
14 A
arithm.
24 V
7 A
arithm.
Snel opladen
12 V
28 A
arithm.
24 V
14 A
arithm.
Starthulpstroom bij 1 V per cel:
12 V
100 A
arithm.
24 V
70 A
arithm.
Ampèremeter
0...90 A
Oplaadkarakteristiek:
Accukabels
Thermische schakelaar in de ver-
mogenstrafo
Isolatienorm (DIN 40050):
Beschermklasse (DIN 40530):
Ontstoring volgens
Ontstoring
Hierbij wordt verklaard dat de accu-
lader WL 150 S in overeenstem-
ming met de bepalingen van de
EN 55014 ontstoord is.
7 kg
2
/ 1.8 m
12/24 V
/ 20 A
eff.
/ 10 A
eff.
/ 40 A
eff.
/ 20 A
eff.
/ 120 A
eff.
/ 80 A
eff.
arithm.
W
2
6 mm
1,8 m lang
PVC-isolatie
IP 21
II
VDE 0875