68
de
fr en
fi p t nl sv it es
..3.
Bediening
!
De lengte en diameter van de laadkabel mo-
gen niet gewijzigd worden. Let op dat steeds
originele laadkabels worden gemonteerd.
Voordat de lader wordt aangesloten op
het lichtnet, dient de netschakelaar op „0"
(UIT) gezet te worden.
Verwijder voor het opladen van standaard
accu's de schroefdoppen van de cellen.
Schakel de acculader uit vóór het aanbren-
gen en losnemen van de laadklemmen.
Neem de laadklemmen nooit los tijdens
het opladen.
Tijdens het laadproces mag de accu niet
van het elektrische installatie worden
losgenomen.
Sluit de laadklemmen nooit kort.
3.2
In-/uitschakelen
i
De voeding van de acculader vindt plaats via
het lichtnet. Het apparaat is af fabriek inge-
steld op 230 V ± 10%, 50 Hz.
BSL 2470 wordt met de netschakelaar in- en
uitgeschakeld.
1 689 979 848 (2005-06-14)
3.3
Accu's laden
i
Bij ompoling en kortsluiting tussen de klem-
men blijft de laadspanning uitgeschakeld.
i
De accu hoeft tijdens het opladen niet te
worden losgenomen van het boordnet.
!
Om een te hoge gasvorming te voorko-
men, dient u bij omgevingstemperaturen van
> 15 °C en bij oudere accu's alleen te opladen
met de schakelaar in de stand „warme accu".
Wordt desondanks in de stand „koude accu"
opgeladen, dan moet het opladen bij een volle
accu onmiddellijk beëindigd worden.
Houd bij het opladen van de accu de volgende
procedure aan:
1.
Schakel de acculader uit (afb. 2, pos. 9).
2.
Verwijder voor het opladen van standaard
accu's de schroefdoppen van de cellen.
3.
Sluit de laadklemmen (afb. 1, pos. 1) op
de juiste polen van de accu aan. De rode
klem op de pluspool (+) en de blauwe klem
op de minpool (-).
4.
Zet de omschakelaar voor „koude en
warme accu's" in de juiste stand (afb. 2,
pos. 6). Let er op, dat alleen de tempera-
tuur van de accu bepalend is.
5.
Draai de potentiometer voor de instelling
van de laadstroom (afb. 2, pos. 8) naar de
linkeraanslag (minimale laadstroom).
6.
Zet de omschakelaar (afb. 2, pos. 5) op
de aangegeven accuspanning van de op
te laden accu.
7.
Schakel de acculader in. De rode LED
moet vervolgens continu branden (afb. 2,
pos. 2).
BSL 2470
Robert Bosch GmbH