5.2
Standaard-gevoeligheidskalibratie uitvoeren
VOORZICHTIG
!
Adem het testgas nooit in. Gevaar voor uw gezondheid!
Volg de gevareninstructies van de betreffende
veiligheidsinformatiebladen op.
AANWIJZING
i
i
Houd de lengte van de slang zo kort mogelijk om adsorptie-
effecten te minimaliseren (maximale lengte van de slang: 1 m).
Dräger beveelt het gebruik van PTFE-slangen aan.
Bij de kalibratie van de gevoeligheid wordt de gevoeligheid van de
sensor ingesteld op de waarde van het testgas.
1. Plaats de kalibratieadapter (68 06 291) op de sensorkap.
2. Sluit de testgasbron aan op de kalibratieadapter.
3. Leid het testgas naar een afzuiging of naar buiten (sluit de slang
aan op de tweede aansluiting van de kalibratieadapter).
4. Apparaat inschakelen.
5.
-toets indrukken en 5 seconden ingedrukt houden om het
kalibratiemenu op te roepen.
6. Voer het wachtwoord in (wachtwoord bij levering = 001).
7. Met de
-toets de functie standaard- gevoeligheidskalibratie
»
« selecteren.
Het symbool voor standaard-gevoeligheidskalibratie knippert.
8.
-toets indrukken, om de gevoeligheidskalibratie te starten.
OK
De gasnaam knippert.
9. Met
-toets bevestigen.
OK
De kalibratiegasconcentratie wordt weergegeven.
10.
-toets indrukken om de kalibratiegasconcentratie te bevestigen
OK
of met de
-toets de kalibratiegasconcentratie wijzigen en
afsluiten door op de
-toets te drukken.
OK
De ingestelde kalibratiegasconcentratie knippert.
11.
-toets indrukken, om de ingestelde waarde te bevestigen.
OK
Dräger X-am 5100
12. Open de klep van de testgasbron, zodat gas over de sensoren
stroomt.
De actueel weergegeven meetwaarden beginnen te knipperen.
Na het bereiken van een statische meetwaarde stopt het
knipperen.
De weergegeven meetwaarden stijgen naar de waarden die
overeenkomen met het toegevoerde gas.
Als de kalibratieprocedure is afgesloten en de weergegeven
meetwaarden stabiel zijn:
Afwisselend worden de huidige gasconcentratie en » OK «
weergegeven.
13.
-toets indrukken of 5 seconden wachten, om de kalibratiefunctie
OK
te beëindigen.
Het apparaat schakelt over naar meetmodus.
14. Sluit de klep van de testgasbron.
Als een storing is opgetreden tijdens de gevoeligheidskalibratie:
Het storingssymbool »
meetwaarde wordt voor de betreffende sensor »
weergegeven.
Gevoeligheidskalibratie herhalen.
Vervang de sensor indien nodig, zie Technisch Handboek.
Apparaat kalibreren
« verschijnt en in plaats van de
«
93