AANWIJZING
i
i
Om ervoor te zorgen dat de bretels op de juiste hoogte
kunnen worden gedragen zijn in het gaspak meerdere
bevestigingsbeugeltjes aangebracht. Afhankelijk van
de lengte van de drager van het pak moeten de bretels
zodanig worden bevestigd, dat de heupgordel van het
ademluchttoestel
pakmateriaal niet inklemt.
5. Het vizier van het volgelaatsmasker aan de binnenkant met
anticondensmiddel "klar-pilot" behandelen. Gebruik voor
gecoate vizieren de spray "klar-pilot" Comfort.
6. Zowel bij gaspakken met geïntegreerd volgelaatsmasker
als bij gaspakken met volgelaatsmasker het bandenstel
van de volgelaatsmasker ruim instellen.
4.3.2
Gaspak aantrekken
AANWIJZING
i
i
Tijdens het aantrekken moet een tweede persoon
helpen.
1. Onderkleding
(vochttransporterende
katoenen handschoenen) aantrekken.
AANWIJZING
i
i
Dräger adviseert om de broekspijpen van de
onderkleding in de sokken te steken om te voorkomen
dat ze verschuiven.
Om te voorkomen dat de katoenen handschoenen
omlaagglijden, moeten ze met isolatieband aan de
pols worden bevestigd.
2. Wanneer het gaspak met een
gelaatsmanchet is uitgerust, het
elastische
bandenstel
hoofdkap op de grootte van het
hoofd van de gebruiker instellen.
AANWIJZING
i
i
Opdat het volgelaatsmasker dicht afsluit, is het
belangrijk dat de afdichtmanchet correct op het gezicht
zit.
Wanneer het gaspak is voorzien van bretels, moet het
gaspak zo worden aangetrokken, dat de bretels zich
aan de zijkant bevinden en niet tussen de benen
terechtkomen.
3. Als het gaspak uitgerust is met gasdicht vastgemaakte
sokken:
a. Zonder schoenen eerst in de rechter broekspijp, dan in
de linker broekspijp stappen.
b. Veiligheidslaars aantrekken.
Dräger CPS 7800
of
het
luchtslangsysteem
werkkleding,
in
de
4. Als het gaspak uitgerust is met gasdicht vastgemaakte
veiligheidslaarzen eerst zonder schoenen in de rechter
broekspijp en veiligheidslaars, dan in de linker broekspijp
en de veiligheidslaars stappen.
5. Gaspak tot de taille omhoogtrekken.
6. Wanneer het gaspak voorzien is van bretels, de bretels
omdoen.
het
7. Met de linkerarm in de mouw en de handschoen gaan.
8. Met de rechterarm in de mouw en de handschoen gaan.
9. Als het gaspak uitgerust is met een geïntegreerd
volgelaatsmasker:
a. Bandenstel van volgelaatsmasker ruim instellen.
b. Hoofdkap over het hoofd schuiven.
c. Volgelaatsmasker zo trekken dat de afdichtlijn correct
op het gezicht zit.
d. Bandenstel van volgelaatsmasker meteen vasttrekken.
10. Als het gaspak uitgerust is met een gelaatsmanchet:
a. Gelaatsmanchet zo plaatsen
dat deze onder de afdichtlijn van
het
volgelaatsmasker
tegen het gezicht aanzit.
b. Volgelaatsmasker aantrekken:
Hoofdkap met de manchet bij het aantrekken niet
verschuiven.
c. Volgelaatsmasker zo plaatsen dat het afdichtvlak
overal stevig tegen de gelaatsmanchet aanzit.
d. Draagriem van het volgelaatsmasker om de nek
leggen.
e. Bandenstel van het volgelaatsmasker zo over het hoofd
plaatsen dat het achterhoofd volledig omsloten wordt
door het bandenstel. Wanneer het bandenstel te hoog
zit, kan het masker verschuiven.
f. Bandenstel van volgelaatsmasker vasttrekken.
D
oor een tweede persoon laten controleren of het
11.
volgelaatsmasker goed is bevestigd.
12. Het functioneren van het volgelaatsmasker controleren
zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van het
00131011.eps
desbetreffende volgelaatsmasker.
13. Wanneer het gaspak is uitgerust met een gelaatsmanchet
en het masker niet dicht is, controleren of de afdichtbanden
van de gelaatsmanchet zich in het afdichtbereik bevinden
van de afdichtlippen van het masker. In dit geval het
kapmateriaal zo ver uit het afdichtlijnbereik trekken, dat
zich enkel nog het elastomeer van de gelaatsmanchet
00231011.eps
onder de lijn bevindt. Daarbij moet erop worden gelet dat
de gelaatsmanchet niet onder het masker uit wordt
getrokken.
14. Ritssluitingssysteem sluiten. Hierbij de clip altijd in de
richting van de sluitketting trekken. Geen geweld
gebruiken!
15. Afdekflap van het ritssluitingssysteem sluiten.
16. Pakmateriaal vóór het lichaam omhoog en achter het
lichaam omlaag trekken. Zo bent u er zeker van dat u
voldoende
ademluchttoestel is omgedaan.
17. Ademluchttoestel omdoen.
18. Controleren of het ademluchttoestel werkt.
19. Wanneer de ventilatie-eenheid moet worden gebruikt, de
luchtaanvoer aansluiting op de ventilatie-eenheid.
goed
bewegingsvrijheid
heeft
Gebruik
00331011.eps
wanneer
het
87