Maak het einde van de lasdraad los van de haspel, knp
het eestre stukje af en zorgervoor dat er geen knikken in
de draad zitten.
WAARSCHUWING
Het scherpe eind van de draad kan verwonding
veroorzaken.
Draai haspel met de klok mee en voer de draad in, in het
draadaanvoersysteem tot aan de Euroconnector.
Stel de juiste kracht in van de aandrukrollen.
25. Adapter.
26. Draadhaspel (spoel).
27. Lasdraad.
28. Draadaanvoerunit.
Machine is geschikt voor 15kg (300mm) spoelen.
Afstellen rem haspelas
Om spontaan en ongewenst afrollen van de lasdraad te
voorkomen is de haspelas voorzien van een rem.
Afstellen van de rem is mogelijk door het draaien aan de
M10 schroef die aan de binnenzijde van de as geplaatst
is. Zichtbaar na verwijderen van de bevestigings schroef
van de as.
29. Bevestigings schroef.
30. Afstelschroef M10.
31. Drukveer.
Door de schroef met de klok mee te draaien neemt de
veerdruk toe en wordt de remkracht hoger.
Door de schroef tegen de klok in te draaien neemt de
veerdruk en ook de remkracht af.
Na afstelling kan men de bevestiging schroef weer
bevestigen.
Afstellen druk draadaanvoerrol
De drukkracht is af te stellen door de afstelschroef te
draaien. Met de klok mee draaien geeft een hogere
draaddruk, tegen de klok draaien geeft een lagere druk.
Als de draaddruk te laag is slipt de draadaanvoerrol over
de lasdraad. Als de draaddruk te hoog is bestaat de
kans op vervorming van de lasdraad, wat op zijn beurt
weer
draadaanvoerproblemen
laspistool.
De juiste druk moet ingesteld worden.
Verminder de druk geleidelijk totdat de draad juist begint
te slippen. Draai vervolgens de afstelmoer één slag met
de klok mee om de druk weer op de voeren.
Invoeren van lasdraad in de toorts
Sluit een passende lastoorts aan op de machine. De
specificaties van de lastoorts moeten overeen komen
met de lasmachine.
Schakel de stroombron in (de hoofdschakelaar [1] in "I"
positie).
Verwijder de gasverdeler en contact tip van de lastoorts.
Stel de draadsnelheid in op ongeveer 10m/min met de
draadsnelheid (WFS) knop [7].
Schakel de knop Koude draadaanvoer / Gas Spoelen [5]
in de positie "Koude draadaanvoer" en houdt deze in
deze positie totdat de lasdraad uit het laspistool komt.
Houd ogen en hand ver van einde van het laspistool
gedurende draadaanvoer.
Wanneer er voldoende lasdraad uit het pistool komt
moet de machine uitgeschakeld worden alvorend de
gasverdeler en contacttip weer te plaatsen.
Gas voorziening
Sluit de gasslang aan op de gasconnector op de
achterzijde van de machine.
Plaats de gascilinder op de flessendrager en borg deze
met de ketting.
Plaats een passend reduceerventiel op de gascilinder.
Sluit de gasslang vervolgens aan op het reduceerventiel.
MIG / MAG lassen in Manuele modus
Om te lassen in de manuele MIG/MAG methode moet
men:
•
De netstekker in de stekkerdoos steken.
•
Schakel de machine in met de Aan/Uit schakelaar
[1]. (de lamp moet branden).
•
Voer de lasdraad in de toorts in met behulp van de
schakelaar "koude draadaanvoer" [5].
•
Controleer de gasstroom met behulp van de
schakelaar "gas spoelen" [5].
•
Zet knop [17] in de Manuele positie (controleer of de
lamp [15] brandi in Manuele modus).
•
Stel de juiste lasspanning behorend bij het gekozen
lasmateriaal en werkstukdikte met behulp van
schakelaars [3] en de draadaanvoersnelheid met de
draadsnelheidsknop (WFS) knop [7]. Onderstaand
G-5
WAARSCHUWING
veroorzaakt
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
in
het