OBJ_BUCH-1126-005.book Page 88 Wednesday, April 27, 2016 3:07 PM
88 | Nederlands
Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk
moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail te
leggen.
Ondersteun het vrije einde van een lang werkstuk, bijvoor-
beeld door er iets onder te leggen.
Positie van de bediener (zie afbeelding M)
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaag-
blad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke te-
rugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Houd uw armen niet gekruist voor de gereedschaparm.
Toegestane werkstukmaten
Maximale werkstukmaten:
Verstekhoek
Horizontaal
Verticaal
0°
0°
45°
0°
0°
45°
45°
45°
Minimale werkstukmaten (= alle werkstukken die met de mee-
geleverde lijmklem 22 links of rechts van het zaagblad kunnen
worden vastgespannen): 105 x 40 mm (lengte x breedte)
Max. zaagdiepte (0°/0°): 87 mm
Inlegplaten vervangen (zie afbeelding N)
De rode inlegplaten 11 kunnen na langdurig gebruik van het
elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de schroeven 49 met de meegeleverde kruiskop-
schroevendraaier uit en verwijder de oude inlegplaten.
– Leg de nieuwe rechter inlegplaat in.
– Stel de verticale verstekhoek op 45° in.
– Druk op de blokkeerhendel 4 en draai de gereedschaparm
helemaal omlaag.
– Duw de inlegplaat tot op ca. 2 mm van het zaagblad. Zorg
ervoor dat het zaagblad over de hele lengte van de mogelij-
ke trekbeweging niet in aanraking komt met de inlegplaat.
– Draai de inlegplaat weer vast.
– Herhaal deze stappen voor de nieuwe linker inlegplaat.
Zagen
Zagen zonder afkortbeweging (kappen)
(zie afbeelding O)
– Voor het zagen zonder trekkende beweging (kleine werk-
stukken) dient u de vastzetschroef 26 los te draaien, als
deze vastgedraaid is. Duw de gereedschaparm tot aan de
aanslag in de richting van de aanslagrail 9 en draai de vast-
zetschroef 26 weer vast.
1 609 92A 2N6 | (27.4.16)
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste verstekhoek in.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de blokkeerhendel 4 in en beweeg de gereedschap-
arm met de handgreep 6 langzaam omlaag.
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Zagen met afkortbeweging
– Voor het zagen met behulp van de afkortvoorziening 25
(brede werkstukken) dient u de vastzetschroef 26 los te
maken wanneer deze is vastgedraaid.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste verstekhoek in.
– Draai de gereedschaparm zo ver van de aanslagrail 9 weg
Hoogte x breedte
tot het zaagblad zich voor het werkstuk bevindt.
[mm]
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de blokkeerhendel 4 in en beweeg de gereedschap-
87 x 305
arm met de handgreep 6 langzaam omlaag.
87 x 216
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aanslag-
53 x 305
rail 9 en zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse
53 x 216
beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding P)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt
zagen.
– Draai de beide contramoeren 50 los met een in de handel
verkrijgbare ring- of steeksleutel (14 mm).
– Draai de kartelmoer 2 los.
– Draai de gereedschaparm aan de handgreep 6 in de stand
waarbij de gewenste groefdiepte wordt bereikt.
– Draai de instelschroef 34 in of tegen de wijzers van de klok
met een inbussleutel (8 mm) tot de punt van de schroef de
diepteaanslag 51 raakt.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
– Draai eerst de kartelmoer 2 en vervolgens de contramoe-
ren 50 weer vast.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding Q)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte
kunt u de lengtegeleider 52 gebruiken.
– Verschuif de lengtegeleider 52 op de verlengbeugel 45 op
de gewenste afstand tot het zaagblad.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Bosch Power Tools