Stofvanger (los verkrijgbaar accessoire)
(Fig. 38, 39 en 40)
Steek de stofvanger in de stofuitlaat.
Leeg de stofvanger wanneer dat nodig is.
Als u de stofvanger wilt legen, drukt u op de knop om het
deksel te openen zodat u het zaagsel kan weggooien.
Plaats het deksel terug in zijn oorspronkelijke stand tot
het op zijn plaats wordt vergrendeld. De stofvanger kan
eenvoudig worden verwijderd door eraan te trekken en
tegelijkertijd te draaien bij de stofuitlaat op het gereed-
schap.
OPMERKING:
• Als u een Makita-stofzuiger aansluit op uw gereed-
schap, kunt u nog schoner werken.
KENNISGEVING:
• Maak de stofvanger leeg voordat het opgevangen
zaagsel de cilinder bereikt.
Vastzetten van het werkstuk
WAARSCHUWING:
• Het is uiterst belangrijk om het werkstuk altijd goed
vast te klemmen in het juiste type spanschroef of
kroon-profiellijstaanslagen. Als u dat niet doet, kan
dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel en schade aan
het gereedschap en/of het werkstuk.
• Nadat u klaar bent met zagen, mag u het handvat
pas omhoog brengen nadat het zaagblad volledig
tot stilstand is gekomen. Als u het handvat omhoog
brengt terwijl het zaagblad nog ronddraait, kan dat lei-
den tot ernstig persoonlijk letsel en schade aan het
werkstuk.
• Wanneer u een werkstuk zaagt dat langer is dan het
voetstuk van de cirkelzaag, moet het werkstuk wor-
den ondersteund over de gehele lengte buiten het
voetstuk en op dezelfde hoogte zodat het werkstuk
horizontaal blijft. Een goede ondersteuning van het
werkstuk helpt voorkomen dat het zaagblad vastloopt
en een mogelijke terugslag optreedt die kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel. Verlaat u niet alleen op de
verticale en/of horizontale spanschroef om het werk-
stuk op zijn plaats te houden. Dun materiaal hangt
gemakkelijk door. Ondersteun het werkstuk over zijn
hele lengte om vastklemmen van het zaagblad en
mogelijke TERUGSLAG te voorkomen. (Fig. 41)
Geleiders instellen (VERSCHUIFBARE
GELEIDERS, elk bestaande uit een bovenste en
onderste geleider)
WAARSCHUWING:
• Alvorens het gereedschap te gebruiken, controleert u
dat de bovenste en onderste geleiders stevig vastgezet
zijn.
• Alvorens een schuine snede te zagen, controleert u
of geen enkel onderdeel van het gereedschap, met
name het zaagblad, in geen enkele stand de boven-
ste en onderste geleiders raakt wanneer het hand-
vat helemaal omlaag en omhoog wordt gebracht, of
de slede door het hele bereik wordt bewogen. Als
het gereedschap of zaagblad de geleider raakt, kan dat
leiden tot een terugslag of een onverwachte beweging
van het werkstuk en ernstig persoonlijk letsel.
De onderste geleiders kunnen naar binnen en naar bui-
ten worden verschoven door de klembouten los te
draaien. (Fig. 42)
82
Een rood indicatievlak wordt zichtbaar wanneer de
onderste geleiders naar binnen worden bewogen, en ver-
dwijnt wanneer de onderste geleiders naar buiten wor-
den bewogen.
De bovenste geleiders kunnen worden verwijderd of naar
binnen en buiten worden verschoven door de hendels los
te draaien. (Fig. 43)
Bij zagen van een schuine snede stelt u de stand van de
onderste en bovenste geleiders zo dicht mogelijk bij het
zaagblad af voor een zo goed mogelijke ondersteuning
van het werkstuk en controleert u of geen enkel onder-
deel van het gereedschap, met name het zaagblad, in
geen enkele stand de bovenste en onderste geleiders
raakt wanneer het handvat geheel omlaag en omhoog
wordt gebracht, of de slede in de onderste stand geheel
naar voren of naar achteren wordt getrokken of geduwd.
(Fig. 44)
Maak, voordat u echt begint te zagen, eerst een proefbe-
weging met uitgeschakelde cirkelzaag en de stekker uit
het stopcontact getrokken, om de speling tussen de
bewegende delen en de geleiders te controleren.
Alvorens te zagen, zet u de onderste geleiders goed vast
door de klembouten vast te draaien, en zet u de bovenste
geleiders goed vast door de hendels vast te draaien.
Nadat het zagen van de schuine snede klaar is, moet u
niet vergeten de bovenste geleiders terug te schuiven
naar hun oorspronkelijke plaatsen en vast te zetten.
Verticale spanschroef (Fig. 45)
De verticale spanschroef kan op twee plaatsen worden
gemonteerd: aan de linkerkant of aan de rechterkant van
het draaibaar voetstuk. Steek de spanschroefstang in het
gat in het draaibaar voetstuk.
Zet de arm van de spanschroef in de positie die geschikt
is voor de dikte en vorm van het werkstuk, en zet de arm
vast door de schroef vast te draaien. Zet de arm van de
spanschroef in de positie die geschikt is voor de dikte en
vorm van het werkstuk, en zet de arm vast door de
schroef vast te draaien. Als de schroef waarmee de
spanschroef arm is vastgezet de slede raakt, monteert u
de schroef aan de tegenoverliggende zijde van de arm.
Controleer of geen enkel deel van het gereedschap in
aanraking komt met de spanschroef wanneer het hand-
vat volledig omlaag wordt gebracht en de slede helemaal
naar achteren of naar voren wordt getrokken of geduwd.
Indien dit wel het geval is, moet u de positie van de span-
schroef veranderen.
Druk het werkstuk vlak tegen de geleider en het draai-
baar voetstuk. Plaats het werkstuk in de gewenste zaag-
positie en zet het stevig vast door de knop van de
spanschroef vast te draaien.
Door de spanschroefknop 90° linksom te draaien, kan de
spanschroefknop omhoog en omlaag worden bewogen
zodat snel plaatsen en verwijderen van het werkstuk
mogelijk is. Om na het plaatsen het werkstuk vast te zet-
ten, draait u de spanschroefknop rechtsom.
WAARSCHUWING:
• Tijdens alle bedieningen moet het werkstuk door
de spanschroef stevig tegen het draaibaar voetstuk
en de geleider worden gedrukt. Als het werkstuk niet
goed is vastgeklemd tegen de geleiders, kan het werk-
stuk tijdens het zagen verschuiven en zo mogelijk
schade aan het zaagblad veroorzaken, waardoor het
werkstuk weggeslagen kan worden en u de controle
kunt verliezen, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk let-
sel.