Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
NL
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
1
Overzicht van de bedieningsele-
menten en aansluitingen
1.1 Ingangskanalen
1 Ingangen MIC* (XLR, gebalanceerd) voor de
aansluiting van microfoons; voor de MIC-bussen
van de monokanalen 1 en 2 kunt u een fantoom-
voeding van 48 V bijschakelen (→ pos. 36)
2 Ingangen LINE IN* voor de aansluiting van appa-
raten met lijnuitgangsniveau (b.v. muziekinstru-
menten)
– de ingangen LINE IN van de monokanalen
1 en 2 (6,3 mm-jack, gebalanceerd) voor mono-
apparatuur
– de ingangen LINE IN van de stereokanalen
3 /4 en 5 / 6 (6,3 mm-jack, ongebalanceerd)
voor stereoapparatuur
Opmerking: Gebruik bij aansluiting van een
monoapparaat op een stereokanaal
alleen de jack LEFT/ MONO.
3 Jacks INSERT voor het tussenschakelen van
effectenapparaten (b.v. apparaten voor het
bewerken van klanken zoals compressoren) na
de regelaar GAIN (4)
punt
= Send (uitgang),
ring
= Return (ingang)
schacht = massa
4 Regelaars GAIN om de ingangsversterking in te
stellen
5 Toetsen voor het in- /uitschakelen van de Low
Cut-filters (hoogdoorlaatfilters); onderdrukken
* Gebruik in elk kanaal ofwel de ingang MIC of de ingang LINE
IN, nooit beide tegelijk.
Abra el manual por la página 3. En ella podrá ver
E
los elementos de funcionamiento y conexiones
que se describen a continuación.
1
Elementos de Funcionamiento y
Conexiones
1.1 Canales de entrada
1 Entradas MIC* (XLR, sim.) para conectar micró-
fonos; para las tomas MIC de los canales mono
1 y 2, puede activarse una alimentación phantom
de 48 V (→ punto 36)
2 Entradas LINE IN* para conectar aparatos con
nivel de salida de línea (p. ej. instrumentos musi-
cales)
– las entradas LINE IN de los canales mono 1
y 2 (jacks 6,3 mm, sim.) para aparatos mono
– las entradas LINE IN de los canales estéreo
3/4 y 5/6 (jacks 6,3 mm, asim.) para aparatos
estéreo
Nota: Cuando conecte un aparato mono en un
ca nal estéreo utilice solo la toma LEFT/
MONO.
3 Entradas INSERT para insertar aparatos de efec-
tos (p. ej. procesadores de sonido como compre-
sores) después de los controles de ganancia (4)
Punta
= Envío (salida)
Anillo
= Retorno (entrada)
Cuerpo = Masa
4 Controles GAIN para ajustar la amplificación de
entrada
5 Botones para activar/desactivar los filtros Low
Cut (filtros pasa alto); suprimen las partes de
señales indeseadas por debajo de 75 Hz, p. ej.
zumbidos, ruido de impacto
* En cada canal, utilice la entrada MIC o bien la entrada LINE IN;
no utilice nunca ambas al mismo tiempo.
18
ongewenste signaaldelen onder de 75 Hz, b.v.
brommen, contactgeluid
6 Klankregelaars voor de lage tonen (LO) en hoge
tonen (HI)
7 Regelaars MON voor het mengen van de kanaal-
signalen op het monitoruitgangskanaal AUX 1
(„prefader")
8 Regelaars FX voor het mengen van de kanaal-
signalen met het signaal van het uitgangskanaal
AUX 2 („postfader"); het uitgangskanaal is een
effectenkanaal zowel voor de interne effecten-
module als voor een externe effectenapparaat
9 Regelaars PAN om de monosignalen van de
kanalen 1 en 2 te verdelen op het stereomaster-
signaal resp. om de balans voor de stereosigna-
len van de kanalen 3 / 4 en 5 / 6 in te stellen
10 Dempingstoetsen MUTE: bij ingedrukte toets
wordt het betreffende kanaalsignaal niet met het
mastersignaal en het signaal op de uitgangska-
nalen gemengd; de jacks INSERT (3) worden
evenwel niet gedempt.
11 Oversturings-LEDʼs PK
lichten kort op:
het kanaal is maximaal uitgestuurd en wordt
nog net niet overstuurd
permanent oplichten:
het kanaal wordt overstuurd; verlaag het
kanaalniveau met de regelaar GAIN (4) en /of
het equalizer (6)
12 Regelaars (schuifregelaars) om de kanaalsigna-
len met het mastersignaal te mengen
1.2 De effecten- en mastersectie
13 Ingang AUX RETURN 1 (6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd), om bijkomende stereoapparatuur met
lijnniveau-uitgang aan te sluiten of om kanaalsig-
6 Controles de tono para las frecuencias bajas
(LO) y para las frecuencias altas (HI)
7 Controles MON para mezclar las señales de
canal en la vía monitor AUX 1 ("pre fader")
8 Controles FX para mezclar las señales de canal
en la vía AUX 2 ("post fader"); la vía AUX 2 se
utiliza como vía de efectos tanto para el aparato
de efectos interno como para un aparato de efec-
tos externo.
9 Controles PAN para distribuir las señales mono
de los canales 1 y 2 a la señal master estéreo o
para ajustar el balance de las señales estéreo de
los canales 3/4 y 5/6
10 Botones para silenciar MUTE: Cuando se pulsa
el botón, la señal del canal no se mezcla en la
señal master y en las vías AUX; sin embargo, las
tomas INSERT (3) no se ven afectadas por el
enmudecimiento.
11 LEDs de sobrecarga PK
Se ilumina brevemente
Cuando el canal está a su máximo nivel y está
cerca de la sobrecarga
Se ilumina permanentemente
Cuando el canal está sobrecargado; reduzca
el nivel del canal mediante el control de ganan-
cia (4) y/o los controles de tono (6)
12 Controles (faders) para mezclar las señales de
canal en la señal master
1.2 Apartado de master y efectos
13 Entrada AUX RETURN 1 (jacks 6,3 mm, asim.)
para conectar un aparato estéreo adicional con
salida de nivel de línea o para devolver señales
de canal que se han desconectado y procesado
mediante un aparato de efectos
Nota: Cuando conecte un aparato mono, utilice
solo la toma LEFT/ MONO.
nalen die afgenomen en via een effectenappa-
raat zijn bewerkt, terug te sturen.
Opmerking: Gebruik bij aansluiting van een
mono apparaat alleen de jack LEFT /
MONO.
14 Ingang AUX RETURN 2 (6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd) kan zoals AUX RETURN 1 (13) wor-
den gebruikt
Opmerking: Het ingangssignaal van de jacks en
het effectsignaal dat via de interne
effectenmodule worden gegene-
reerd worden samen via de schuif-
regelaar AUX 2 /FX RETURN (20)
met het mastersignaal gemengd.
15 Stereo-ingang CD/ TAPE IN (Cinch) voor aan-
sluiting op de uitgang van een weergavetoestel
zoals cd-speler, bandrecorder etc.
16 Regelaar SEND TO AUX 1 MON om het via de
interne effectenmodule gegenereerde effectsig-
naal met het signaal op het monitoruitgangska-
naal AUX 1 te mengen
17 Regelaar AUX 1 / MON SEND: bepaalt het niveau
van het signaal dat naar de uitgang AUX SEND
MON (21) wordt gestuurd
18 Dempingstoets MUTE voor het signaal van de
ingang AUX RETURN 1 (13); bij ingedrukte toets
wordt het niet gemengd met het mastersignaal
19 Regelaar (schuifregelaar) AUX 1 /FX RETURN
om het signaal van de ingang AUX RETURN 1
(13) met het mastersignaal te mengen
20 Regelaar (schuifregelaar) AUX 2 /FX RETURN
om het signaal van de ingang AUX RETURN 2
(14) en het effectsignaal dat via de interne effec-
tenmodule is gegenereerd met het mastersig-
naal te mengen
(→ zie ook opmerking bij positie 27)
14 Entrada AUX RETURN 2 (jacks 6,3 mm, asim.),
puede utilizarse como la AUX RETURN 1 (13)
Nota: La señal de entrada de estas tomas y la
señal de efectos creada mediante el apa-
rato de efectos interno se mezcla en la
señal master junto con el fader AUX 2/FX
RETURN (20).
15 Entrada estéreo CD/ TAPE IN (tomas RCA) para
conectar la salida de un reproductor, p. ej, un lec-
tor de CD o un grabador de cintas
16 Control SEND TO AUX 1 MON para mezclar la
señal de efectos creada mediante el aparato de
efectos interno en la vía monitor AUX 1
17 Control AUX 1/MON SEND: Define el nivel de la
señal alimentada en la salida AUX SEND MON
(21)
18 Botón MUTE para la señal de la entrada AUX
RETURN 1 (13); cuando se pulsa el botón, no se
mezclará en la señal master
19 Control (fader) AUX 1/FX RETURN para mezclar
la señal de la entrada AUX RETURN 1 (13) en la
señal master
20 Control (fader) AUX 2/FX RETURN para mezclar
la señal de la entrada AUX RETURN 2 (14) y la
señal de efectos creada mediante el aparato de
efectos interno en la señal master
(→ ver también la nota para el punto 27)
21 Salida AUX SEND MON (jack 6,3 mm, asim.)
para la vía monitor AUX 1; el amplificador de un
sistema monitor puede conectarse a esta salida
22 Salida AUX SEND FX (jack 6,3 mm, asim.) para
la vía de efectos AUX 2; la entrada de un aparato
de efectos puede conectarse a esta salida
23 Conexión FX FOOT SWITCH (jack 6,3 mm) para
un pedal que pueda activar/desactivar el efecto
para la señal master creado mediante el aparato
de efectos interno