HANDIGE FUNCTIES GEBRUIKEN
2 Kies het piepgeluid.
Het toestel biedt keuze uit 5 soorten pieptonen.
Het BEEP-scherm wordt automatisch
overgeslagen als u MUSIC/BEEP+MUSIC
selecteert bij stap 1.
y
U kunt het huidig weergegeven piepgeluid beluisteren door
op SNOOZE/SLEEP te drukken als u het piepgeluid
selecteert. Om het piepgeluid te stoppen drukt u opnieuw op
SNOOZE/SLEEP.
3 Selecteer de muziekbron uit iPod/FM of LAST
SET.
Het SOURCE-scherm wordt automatisch
overgeslagen als u BEEP selecteert bij stap 1.
iPod
U kunt PLAYLIST of RESUME PLAY kiezen.
De muziek start vanaf het begin van de
afspeellijst. Maak voor u dit doet een afspeellijst
aan op uw iPod (☞ P. 7).
Selecteer PLAYLIST en stel in.
Selecteer en stel de gewenste afspeellijst in.
Selecteer en stel RESUME PLAY in als u als
alarmgeluid de muziek wilt laten verder afspelen
waar u de laatste keer naar luisterde.
FM
Stel een nummer van een voorgeprogrammeerde
zender of een frequentie in.
LAST SET
Behoud de laatst gebruikte instelling.
6
Nl
Opmerking
Als SOURCE niet volledig ingesteld is of als het
muziekapparaat niet ingesteld is, speelt het toestel het
piepgeluid af in de plaats. Als het toestel bijvoorbeeld uw
iPod niet kan lezen, krijgt u het piepgeluid te horen.
4 Stel het alarmvolume in.
Het alarm wordt ingesteld via ENTER in stap 4.
Daarna is het instellen van het alarm voltooid. Het
alarm wordt automatisch ingeschakeld.
■ Het alarm in-/uitschakelen
U kunt het alarm in-/uitschakelen met behulp van
ALARM1/ALARM2, maar de alarminstellingen worden
door deze handeling niet gewist.
De alarmfunctie in-/uitschakelen.
Als het alarm afgaat, lichten de alarmaanduiding en de
-tijd op.