VBM Medizintechnik Manujet III Instrucciones De Uso página 24

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
Nederlands
ALgEmENE INFoRmATIE
De Manujet III is een manueel apparaat voor de zuurstoftoevoer bij transtracheale beademing. Het apparaat wordt
aanbevolen voor afdelingen Eerste Hulp, Crashkar, ambulances en operatiekamers, omdat het een snelle en efficiënte
oxyginering van een patiënt mogelijk maakt.
DoEL VAN gEBRUIk
De Manujet III werd ontwikkeld om transtracheale beademing in specifieke noodgeval situaties bij de bovenste adem-
wegobstructie mogelijk te maken. De beademing geschiedt met behulp van een transtracheale katheter of een conioto-
mie-set, die door het cricoidmembraam ingebracht worden. De beademing wordt door manueel, intermitterend "jetten'
van zuurstof door de katheter bereikt.
VooRzIchTIg
Maximale beademingsdruk is 4 bar. De drukregelaar en de manometer garanderen, dat de maximale beademings-
druk van 4 bar niet wordt overschreden.
Een complete ademwegobstructie betekent een contra-indicatie voor de Manujet III, omdat het uitademen niet kan
plaatsvinden. Het gebruik van de Manujet III wordt voor baby's en vroeggeboorten niet aangeraden.
De gebruiker moet garanderen, dat de zuurstofvoorziening partikelvrij is.
gEBRUIk IN NooDgEVAL D.m.V. TRANSTRAchEALE BEADEmINg
Als levensreddende methode in de "cannot intubate – cannot ventilate" situatie voor oxyginering, om een ernstig
zuurstoftekort van de patiënt te verhinderen.
Bij preklinisch gebruik, als een obstructie van de bovenste luchtwegen aanwezig is. Transtracheale Jet beademing
(TTJV) heeft minder complicaties en is in noodgeval situaties sneller en eenvoudiger als een chirurgische coniotomie.
ELEcTIEF gEBRUIk
Micro laryngoscopie
Starre bronchoscopie
Ondersteuning van een moeilijke fiberoptische intubatie
Vooraf herkenbare, moeilijke extubatie
VEILIghEIDSINSTRUcTIES
De in deze instructie aangevoerde beademingswaarden zijn niet vergelijkbaar met de beademing door een gecuffte
endotracheal tube, omdat een deel van de beademingslucht door de bovenste ademwegen ontsnapt.
Bij de beademing met de Manujet III is het uitermate belangrijk, dat de gebruiker de patiënt constant observeert.
Overeenkomende pulsoxymetriewaarden of het stijgen en dalen van de borstkas geven daarbij een succesvolle
beademing aan. Daar het om een manueel apparaat handelt, ligt de verantwoordelijkheid bij de gebruiker.
De gebruiker moet garanderen, dat de expiratie via de bovenste luchtwegen plaats vindt. Een complete obstructie
betekent een contra-indicatie van het gebruik van de Manujet III met Jet-Ventilatie katheter. Indien geen andere
ademwegbeveiliging mogelijk is, zou bij het ontbreken van de expiratie de beademingsfrequentie op 3 beademingen/
min gereduceerd moeten worden om een barotrauma te verhinderen. Dit kan in het geval van een totale obstructie
als levensreddende maatregel voor de Oxyginering voldoen.
Het gebruik van de Manujet III wordt niet aanbevolen bij een baby of klein kind en zou alleen als levensreddende
maatregel in geval van nood gebruikt mogen worden. In dit geval moet de catheter 16 G worden gebruikt en elke
beademing op max. 1 seconde (0,4 - 0,8 bar) worden gelimiteerd.
BRANDGEVAAR: Zuurstof, dat door de Manujet III vloeit, is niet van zelf ontvlambaar. Echter zuurstof werkt brand-
versnellend.
Er moet opgelet worden, dat beschadigde hoge druk slangen evenals beschadigde verbindingsslangen niet worden
gebruikt. Voor elk gebruik moet een complete functiecontrole worden uitgevoerd. Het apparaat op de zuurstofvoor-
ziening aansluiten. Elke beademingsdruk van 0 - 3,5 bar moet instelbaar zijn en een ventilatie moet mogelijk zijn.
Manujet III mag niet op infuuscanules worden aangesloten.
-24-
loading