Zodiac Z260IQ Manual De Instalación Y De Uso página 106

Ocultar thumbs Ver también para Z260IQ:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 123
2.3 I Bediening
2.3.1 Aanbevelingen vóór het opstarten
• Controleer of er geen gereedschappen of andere vreemde voorwerpen in het apparaat aanwezig zijn.
• Het bovenpaneel dat toegang verleent tot het technische gedeelte, moet worden aangebracht.
• Controleer of het apparaat stabiel is.
• Controleer of de elektrische bedrading goed aangesloten is op de klemmen en de aarding.
• Controleer of de hydraulische aansluitingen goed vastzitten, en of er geen lekken zijn.
2.3.2 Bediening
• Activeer de filterpomp (indien de verwarmingsprioriteit niet geactiveerd is) om het waterdebiet in te schakelen:
controleer of het water goed circuleert in de warmtepomp, en of het debiet voldoende is.
• Regel de kleppen als volgt: klep B wijd open, kleppen A, C, D en E gesloten.
• Als de omloopklep niet goed afgesteld is, kan de warmtepomp defect raken.
• Sluit klep B geleidelijk, zodat de filterdruk met 150 g (0,150 bar) stijgt.
• Open kleppen A, C en D volledig en vervolgens klep E tot de helft (de lucht die zich in de condensor van de warmtepomp
en het filtercircuit heeft opgehoopt, zal ontsnappen). Als kleppen D en E niet aanwezig zijn, opent u klep A wijd en
sluit u klep C tot de helft.
• Sluit de voeding aan op de warmtepomp (aardlekschakelaar en stroomonderbreker), zie § "1.3 I Voedingsaansluitingen".
• Druk één keer op
om het scherm in te schakelen.
• Druk indien nodig gedurende 3 seconden op
• Stel de klok in. Zie § "2.4.6 De warmtepomp deactiveren".
• Selecteer een modus. Zie § "2.4.4 Een werkingsmodus kiezen".
• Stel de gewenste temperatuur (de zogenaamde 'instelwaarde') in. Zie § "2.4.5 De insteltemperatuur aanpassen".
De compressor van de warmtepomp zal na enkele minuten opstarten.
Om te controleren of de warmtepomp correct werkt, moet u na de opstartstappen het volgende doen:
• De watercirculatie tijdelijk uitschakelen (door de filtering te stoppen of klep A of C te sluiten) om te controleren of het
apparaat na enkele seconden stilvalt (door de stroomschakelaar te activeren), of
• De insteltemperatuur verlagen tot onder de watertemperatuur, om te controleren of de warmtepomp stilvalt.
2.3.3 Vorstbeveiliging (als de verwarmingsprioriteit geactiveerd is):
• Om de vorstbeveiliging te kunnen laten werken, moet de warmtepomp van stroom voorzien
zijn en moet de filterpomp geactiveerd zijn. Als de verwarmingsprioriteit geactiveerd is, werkt
de vorstbeveiliging automatisch.
Als de warmtepomp op stand-by staat, bewaakt het systeem de omgevingstemperatuur en de watertemperatuur om
indien nodig het vorstbeveiligingsprogramma te activeren. De vorstbeveiliging wordt automatisch geactiveerd wanneer
de lucht- of watertemperatuur lager is dan 2 °C, en wanneer de warmtepomp langer dan 120 minuten uitgeschakeld
is. Wanneer de vorstbeveiliging in werking is, activeert het apparaat de compressor en de filterpomp om het water op
te warmen tot het warmer is dan 2 °C. De warmtepomp verlaat automatisch de vorstbeveiligingsmodus wanneer de
omgevingstemperatuur hoger is dan of gelijk is aan 2 °C, of wanneer de gebruiker de warmtepomp activeert.
: Waterinlaatklep
: Omloopklep
: Wateruitlaatklep
: Waterinlaatregelklep (optioneel)
: Wateruitlaatregelklep (optioneel)
om het toetsenbord te ontgrendelen.
NL
14
loading