Chicco GoFit Plus Instrucciones De Uso página 66

Ocultar thumbs Ver también para GoFit Plus:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
volgens de Voorschriften UN/ECE Nr. 16 of andere gelijk-
waardige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van
het beveiligingssysteem of met de verkoper.
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BETREFFENDE
HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING
WAARSCHUWING! Neem de volgende beperkingen en
gebruiksvereisten betreffende het artikel en de autozitting
nauwgezet in acht: indien dit niet gebeurt, is de veiligheid
niet gegarandeerd
• Het gewicht van het kind moet tussen 22 en 36 kg liggen.
• De zetel van de auto moet zijn voorzien van een 3-punts-
veiligheidsgordel, die statisch is of uitgerust met een oprol-
mechanisme én die goedgekeurd is op basis van reglement
nr.16 van de VN/ECE of andere gelijkwaardige normen (Afb.
1 en Afb. 2).
WAARSCHUWING! Bij gebruik van voertuigen met veilig-
heidsgordels achteraan met geïntegreerde airbags (opblaas-
bare gordels), volg dan de gebruikshandleiding van de au-
tofabrikant.
• Het kan voorkomen dat de gesp van de veiligheidsgordel
van de auto te lang is en te hoog zit ten opzichte van het
onderste gedeelte van de zitting (Afb. 3B). In dat geval mag
het autostoeltje niet worden bevestigd op deze zetel, maar
moet het op een andere zetel worden geïnstalleerd waarbij
het probleem zich niet voordoet (Afb. 3A). Voor meer infor-
matie over dit aspect neemt u contact op met de autofa-
brikant.
• Het autostoeltje kan worden geïnstalleerd op de zetel
vooraan aan de passagierszijde of op eender welke van de
achterste zetels en het moet altijd in de rijrichting worden
aangebracht. Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die
zijdelings staan of tegen de rijrichting in (Fig. 4).
WAARSCHUWING! Volgens de statistieken over ongelukken
is de achterbank van het voertuig veiliger dan de voorzetels:
daarom wordt aangeraden het autostoeltje op de achterbank
te installeren. De veiligste zitting is de middelste achterzitting,
als deze is uitgerust met een driepuntsgordel: in dat geval
wordt aangeraden het Autostoeltje op de middelste achter-
zitting te plaatsen.
Als het Autostoeltje op de voorzitting wordt geplaatst, wordt
voor een grotere veiligheid aangeraden de zitting zover mo-
gelijk naar achteren te zetten, voor zover de aanwezigheid
van andere passagiers op de achterbank dit toelaat, en de
rugleuning zo verticaal mogelijk te zetten. Als de gordels in
de wagen in de hoogte verstelbaar zijn, moet de gordel in de
laagste stand worden vergrendeld. Controleer vervolgens of
de gordelversteller zich achter de rugleuning van de auto-
zetel bevindt (of er hoogstens mee is uitgelijnd) (Afb. 5A en
5B). Als de voorstoel is uitgerust met een frontale airbag, is
het installeren van het autostoeltje op deze zetel af te raden.
Indien het stoeltje wordt geïnstalleerd op een zetel die wordt
beschermd met een airbag, raadpleeg dan altijd de hand-
leiding van de wagen. Verzeker u ervan dat de gesp van de
driepuntsgordel van de auto niet te hoog zit en niet tegen
66
loading