- NL -
6.8
Systeemmeldingen
De systeemmeldingen bestaan uit 4 posities. Ze worden achtereenvolgens door telkens twee cijfers op het scherm getoond.
Systeemmelding
Verdere beschikbare
functies
Er11
Reservoirdeksel eraf getild
−
Er22
Watertemperatuur > 12 °C
−
EN de laatste automatische
−
reinigen is meer dan 24 uur
−
geleden
−
−
Er33
20 reinigingen achter elkaar
−
−
94
Mogelijke oorzaak
Handmatig reinigen (alleen
Reservoirdeksel eraf getild
mondstukken, filtertrommel
Deksel onjuist op de kast gelegd
draait niet)
Signaalkast niet aangesloten
Handmatige reiniging
Zeefelementen ondicht
Automatisch bedrijf
Trommelafdichting ondicht
Tijdsafhankelijke reiniging
Niveausonde klemt of is defect
Niveausonde onjuist ingesteld
Handmatige reiniging
24 uur controlemodus is actief en
Automatisch bedrijf
tijdsafhankelijke reiniging is
gedeactiveerd.
Handmatige reiniging
Niveausonde klemt of is defect
Tijdsafhankelijke reiniging
Zeefelementen sterk vervuild
Spoelpomp functioneert niet
Spoelmond verstopt
Filtertrommel draait niet
Niveausonde te laag ingesteld
Waterpeil in het systeem te hoog:
−
Uitloopleiding vervuild
Uitloopopening te klein
−
−
Te hoog debiet (pompcapaciteit te
hoog)
Vijver sterk vervuild en filterpomp
−
pompt overmatig veel vuil
Sterke vuilinvoer, water stroomt lang
−
de filtersponzen
Oplossing
Plaats het deksel op de kast
Draai het deksel zo, dat de magneet in het deksel zich
boven de signaalkast bevindt
Sluit de signaalkast op de stuurschakeling aan
Zeefelementen controleren, indien nodig vervangen
Trommelafdichting controleren
Niveaudetectie reinigen zodat het mechanisme soepel loopt,
indien nodig vervangen.
Niveaudetectie instellen (→ niveaudetectie instellen)
Tijdsafhankelijk reiniging wordt na controlemodus door
vlotters automatisch geactiveerd.
Niveaudetectie reinigen zodat het mechanisme soepel loopt,
indien nodig vervangen.
Zeefelementen reinigen, ontkalken (→ zeefelement
vervangen)
−
Reservoirbodem schoonmaken, spoelpomp reinigen
(→ spoelpomp reinigen/demonteren)
−
Aansluiting pomp controleren
Spoelmond reinigen
Motoraansluiting controleren
−
−
Controleer de draaibeweging van de filtertrommel.
Tip: De filtertrommel markeren en aan de hand van de
markeringen controleren of de trommel draait.
Niveaudetectie instellen (→ niveaudetectie instellen)
−
Uitloopleiding reinigen
Vergoot de uitloopopening
−
−
Reduceer het debiet (pas de pompcapaciteit aan)
Basisreiniging vijver uitvoeren
−
−
Pomp hoger opstellen
Filtersponzen reinigen
−
Stel de systeemmelding
terug
Zelfwerkend door deksel op
de kast te plaatsen
On|Off
−
Toets
5 s indrukken
−
Zelfwerkend, als de
niveausonde schakelt
On|Off
Toets
5 s indrukken