5.3
Volgorde van de ingebruikname
Zo gaat u te werk:
1. Onderop het reservoir schuifafsluiter voor vuilafvoer sluiten.
2. Controleer het gehele filtersysteem (pijpleidingen en slangen) op volledigheid.
3. Haal het deksel van de behuizing.
4. Filtertrommel handmatig een keer geheel draaien, zodat de vrije loop gewaarborgd is.
5. Filter met water vullen totdat de spoelpomp ondergedompeld is (droogloopbeveiliging spoelpomp).
6. Reservoirdeksel erop leggen.
−
Bij opgetild reservoirdeksel staat de filtertrommel uit veiligheidsoverwegingen stil.
7. Besturing inschakelen en evt. instellingen doorvoeren. (→ bediening)
8. Filterpomp en evt. UVC-voorzuiveringsapparaat inschakelen.
Het water moet via de terugloop in de vijver terugstromen.
−
9. Controleer alle pijpleidingen, slangen en hun aansluitingen op dichtheid.
−
Uitzettende afdichtingen kunnen aanvankelijk ondicht zijn, omdat zij pas bij watercontact geheel
afdichten.
Laat bij gebruik van filterstarters, geneesmiddelen of vijveronderhoudsmiddelen het UVC-
voorzuiveringsapparaat ten minste 36 uur uitgeschakeld, zodat de werking van de middelen niet wordt
verstoord.
- NL -
89