VCE 22 M MC/VCE 22 M MC V/VCE 26 H MC
Filters reinigen: PET M-klasse: Gebruik Manual
Clean, schud het filter met de hand, borstel of was
het.
PTFE H-klasse: Gebruik Manual Clean, voorzichtig
borstelen en af en toe wassen met schoon water.
Pas op dat u het filtermembraan niet beschadigt.
Stofzak: controleer de hoeveelheid vuil in de zak.
Vervang de stofzak indien noodzakelijk. Verwijder de
oude zak. U plaatst de nieuwe zak door de PP-kraag
met het rubberen membraan over de stofzuigerin-
gang te schuiven. Zorg dat het rubberen membraan
voorbij de verhoging van de stofzuigeringang komt.
Na het legen: Sluit de motorbehuizing van de con-
tainer en zet de motorbehuizing vast met de gren-
dels. Nooit droog zuigen zonder dat het patroonfilter
en de stofzak in het apparaat zijn geplaatst. Het
zuigeffect van de stofzuiger hangt af van de grootte
en de kwaliteit van het filter en de stofzak. Gebruik
daarom alleen originele filters en stofzakken.
4
Na gebruik van het
apparaat
4.1
Na gebruik
Sluit na het opzuigen van gevaarlijk stof de inlaatdop
en reinig de buitenkant van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact als het apparaat
niet in gebruik is. Wikkel het snoer vanaf het appa-
raat op.
4.2
Transport
•
Sluit alle vergrendelingen voordat u het apparaat
vervoert.
•
Sluit de inlaat met de inlaatdop.
•
Kantel het apparaat niet als er vloeistoffen in de
vuiltank zitten.
•
Gebruik geen kraanhaak om het apparaat te
hijsen.
4.3
Opslag
WAARSCHUWING!
Sla het apparaat op een droge en vorstvrije
plek op. Dit apparaat mag alleen binnenshuis
worden opgeslagen. Natte filters en het bin-
nenste van het vloeistofreservoir moeten
worden gedroogd, voordat ze worden opgesla-
gen.
4.4
Het apparaat recyclen
Maak het oude apparaat onmiddellijk onklaar.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Knip de het stroomsnoer door.
3. Zet elektrische apparaten niet bij het huisvuil.
Apparatuur die is gemarkeerd met het sym-
bool van een doorgekruiste afvalbak op
wielen geeft aan dat gebruikte elektrische
en elektronische apparatuur niet samen met onges-
cheiden huishoudelijk afval mag worden afgevoerd.
Om negatieve effecten op de gezondheid van de
mens en het milieu te voorkomen, moet de appa-
OEL=grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling,
1)
Optionele uitrusting / Modelafhankelijke uitrusting / Vertaling van de originele handleiding
*)
ratuur afzonderlijk worden ingezameld bij de
aangewezen inzamelpunten.
Gebruikers van elektrische en elektronische huis-
houdelijke apparatuur moeten gebruikmaken van de
gemeentelijke inzamelingspunten. Houd er rekening
mee dat commercieel gebruikte elektrische en elek-
tronische apparatuur niet via gemeentelijke inzamel-
ingssystemen mag worden afgevoerd. Wij informe-
ren u graag over geschikte afvoermogelijkheden.
5
Onderhoud
5.1
Periodieke inspectie en onderhoud
Regelmatig onderhoud en inspectie van uw appa-
raat moet worden uitgevoerd door voldoende gek-
walificeerd personeel in overeenstemming met de
relevante wet- en regelgeving. Met name elektrische
tests op continuïteit van de aarding, isolatieweer-
stand en toestand van het flexibele snoer moeten
regelmatig worden gecontroleerd.
In geval van een defect MOET het apparaat uit
bedrijf worden genomen, volledig worden gecon-
troleerd en gerepareerd door een geautoriseerde
onderhoudstechnicus.
Minimaal een keer per jaar moet een FLEX-tech-
nicus of een opgeleid persoon een technische in-
spectie uitvoeren, inclusief de filters, luchtdichtheid
en bedieningsmechanismen. Voor apparaten in
stofklasse H moet de filtratie-efficiëntie van het ap-
paraat ten minste eenmaal per jaar worden getest of
moet het essentiële filter door een nieuw exemplaar
worden vervangen.
5.2
Onderhoud
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u onder-
houdswerkzaamheden gaat uitvoeren. Controleer
voor u het apparaat gebruikt of de frequentie en het
getoonde voltage op het typeplaatje overeenkomen
met de netspanning.
Het apparaat is ontwikkeld om voortdurend zware
werkzaamheden uit te voeren. Afhankelijk van het
aantal gebruiksuren moeten de stoffilters vervangen
worden. Maak de container schoon met een droge
doek en een kleine hoeveelheid polijstmiddel.
Tijdens het onderhoud en de reiniging moet het ap-
paraat zo worden bediend, dat er geen gevaar is
voor onderhoudspersoneel of andere personen.
In de onderhoudszone
•
Gebruik gefilterde dwangventilatie
•
Draag beschermende kleding
•
Maak de onderhoudszone schoon zodat er
geen schadelijke stoffen in de omgeving terecht-
komen.
WAARSCHUWING!
Voordat u het apparaat uit het gebied verwijdert dat
verontreinigd is met schadelijke stoffen:
Reinig de buitenkant van het apparaat, veeg deze
schoon of verpak het apparaat in een goed afge-
dichte verpakking en voorkom verspreiding van
neergeslagen schadelijk stof.
63