Continumeting
Bij de continumeting wordt doorlopend een reeks metingen uitgevoerd
en worden op basis hiervan de max.-/min.-waarden m en aangegeven.
Beweeg het apparaat hierbij langs een basisvlak of -kant van waaraf u
lengtes wilt meten. Zo kunt u bijvoorbeeld de parallelliteit van tegen-
over elkaar liggende wanden controleren of de uiterste waarden
tijdens het gebruik van een functie meten.
♦
Druk op de continumeting-toets
Na korte tijd wordt elke gemeten waarde op het display 1 weerge-
geven.
♦
Druk nogmaals op de continumeting-toets
continumeting te stoppen. Als u op de MEAS-toets
toets Terug/wissen 6 drukt, wordt de continumeting eveneens
beëindigd.
Op het display 1 worden nu de max.-/min.-waarden m weergege-
ven, plus de laatst gemeten waarde.
Opmerking: (1) Herhaal zo nodig de beschreven stappen om
nog een meting uit te voeren. (2) Het symbool lengtemetingsmo-
dus l knippert tijdens de meting in de continumetingsmodus.
(3) Optellen, aftrekken, oppervlakte- en inhoudsmeting kunnen in
deze modus niet worden uitgevoerd. (4) Als er 30 seconden lang
niet op een toets wordt gedrukt, gaan de laserstraal en de achter-
grondverlichting van het display 1 automatisch uit. (5) Als er 3
minuten lang niet op een toets wordt gedrukt, wordt het apparaat
automatisch uitgeschakeld. (6) Geslaagde metingen blijven bij
automatische uitschakeling behouden.
│
NL │ BE
■
116
w om de continumeting starten.
w om de
r of de
PLEM 50 C4