Het Toestel Aansluiten; Conexiones - Monacor TXA-200SET Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
3) Als de accu's volledig geladen zijn, licht de con-
NL
trole-LED CHARGE groen op. Bij maximaal ge-
luidsvolume kunt u het apparaat dan maximaal
8 uur zonder netstroom gebruiken. Bij een kleiner
geluidsvolume neemt de gebruiksduur toe.
4) De accu's moeten opnieuw worden geladen,
wanneer de rode LED LOW oplicht.
5) Door het automatische laadsysteem kunnen de
accu's niet worden overladen. Trek de netstekker
echter wel uit het stopcontact, wanneer de accu's
volledig geladen zijn, en wanneer u het apparaat
lange tijd niet gebruikt. Anders is er ook bij uitge-
schakeld apparaat steeds een klein stroomver-
bruik.

4.3 Het toestel aansluiten

Schakel de versterker uit, alvorens apparaten aan te
sluiten resp. bestaande aansluitingen te wijzigen. Bij
het aansluiten van de jacks LINE (14, 16) worden de
XLR- (15) of cinch-jacks (17) niet uitgeschakeld.
Daarom mag er naar elk kanaal slechts één signaal
tegelijk worden gestuurd.
4.3.1 De microfoons
Bij gebruik van een radiomicrofoon is deze aange-
sloten op kanaal 1. U kunt bijkomend nog twee
microfoons met snoer op de XLR-jacks MIC (15) van
de kanalen 2 en 3-4 aansluiten. Wanneer geen
radiomicrofoon wordt gebruikt, kunt u op kanaal 1
ook een microfoon met snoer aansluiten. Microfo-
ons met fantoomvoeding (12 V) kunnen via de kana-
len 1 en 2 worden bediend.
4.3.2 Audioapparatuur
Er kunnen maximaal vijf audioapparaten met lijnuit-
gang, b.v. muziekinstrument, cd-speler, cassettere-
corder, op de 6,3 mm-jack worden aangesloten:
Sluit de stereoapparatuur aan op de jacks (16) van
de kanalen 3-4 en 5-6. Indien er geen effectenappa-
raat is aangesloten op de jacks AUX/EXT. EFF
RETURN (21), kunt u ook hierop stereoapparatuur
aansluiten, wanneer er geen klankregeling vereist
un volumen máximo, una duración de funcio-
E
namiento de 8 horas como mucho, independiente
de la red, es posible. Para un volumen mas bajo,
la duración de funcionamiento aumenta.
4) Cargue de nuevo las baterías cuando el LED rojo
LOW brilla.
5) Mediante la carga automática, las baterías no pue-
den estar en sobrecarga; en cambio, la toma de
red debe estar desconectada si las baterías esta
totalmente cargadas y si el aparato no se utiliza
durante un periodo prolongado. Mismo cuando el
aparato esta apagado, tiene igualmente un bajo.

4.3 Conexiones

Antes de conectar los aparatos o de modificar las
conexiones existentes, desconecte el amplificador.
Si las tomas jack LINE (14, 16) están conectadas
las tomas XLR (15) o RCA (17) no están desconec-
tadas. Por eso solo puede estar presente una señal
en cada canal.
4.3.1 Micros
Si utiliza un micro inalámbrico, reserva el canal 1.
Puede también conectar dos micros cableados a las
tomas XLR MIC (15) de los canales 2 y 3-4. Si no
utiliza ningún micro inalámbrico, puede conectar
uno de los micros al canal 1. Los micros conectado
a la alimentación phantom (12 V) pueden funcionar
vía los canales 1 y 2.
4.3.2 Aparatos audio
Puede conectar hasta 5 aparatos audio con salida
linea, por ejemplo lector CD, instrumento de música,
video a las tomas jack 6,35:
Aparatos estéreo: a las tomas (16) de los canales
3-4 y 5-6. Si las tomas AUX/EXT. EFF RETURN (21)
no están reservadas para un aparato con efecto,
puede conectar aquí un aparato estéreo si no es
necesario ningún reglaje de tonalidad. Si las tomas
RCA PLAY (17) no se utilizan para un grabador,
puede conectar a la tomas jack un aparato audio.
14
is. Indien de cinch-jacks PLAY (17) niet nodig zijn
voor een opnametoestel, kunt u ook een audioappa-
raat op deze jacks aansluiten.
Voor het aansluiten van monoapparatuur gebruikt
u de jacks (14) van de kanalen 1 en 2 en telkens
de onderste jack R (MONO) [16] van de kanalen 3-4
en 5-6.
4.3.3 Opnametoestel
1) Verbind de ingang van een opnametoestel voor
geluidsopnamen met de cinch-jacks TAPE REC
(18). Hier kunt u het mastersignaal onafhankelijk
van de regelaars MASTER LEVEL (23) afnemen.
2) Om de opname te beluisteren, sluit u de uitgang
van het opnameapparaat aan op de cinch-jacks
PLAY (17). Bij het beluisteren van de opname
mag er echter geen signaal naar de jacks LINE
(16) van het kanaal 5-6 worden gestuurd (evt.
schakelt u het apparaat op deze jacks uit).
4.3.4 Effectenapparaat
Om een effectenapparaat in het mastersignaalka-
naal tussen te schakelen, sluit u de ingang van het
effectenapparaat aan op de jack EXT. EFF SEND
(19) en de uitgang op de jacks AUX/EXT. EFF
RETURN (21).
4.3.5 Voetschakelaar
Om het interne echo-effect in- en uit te schakelen,
kunt u op de jack EXT. EFF SEND (19) in de plaats
van een effectenapparaat ook een voetschakelaar
aansluiten (b.v. FS-60A van MONACOR).
4.3.6 Versterker
Indien een extra versterker nodig is om het geluid te
verzorgen, sluit u deze aan op de jacks MASTER
OUTPUT (22). Hier kunt u het mastersignaal onaf-
hankelijk van de regelaars MASTER LEVEL (23)
afnemen.
4.3.7 De luidsprekerkasten
Sluit de beide luidsprekerkasten via de bijgeleverde
verbindingskabels aan op de jacks SPEAKER OUT-
PUT (28).
Aparatos mono: utilice las tomas (14) de los cana-
les 1 y 2 y respectivamente la toma inferior R
(MONO) [16] de los canales 3-4 y 5-6.
4.3.3 Grabador
1) Para grabaciones audio, conecte la entrada de
un grabador a las tomas RCA TAPE REC (18). La
señal master aquí presente es independiente de
los potenciómetros MASTER LEVEL (23).
2) Para una escucha de la grabación, conecte la
salida del grabador a las tomas RCA PLAY (17).
Para una escucha de la grabación, ninguna
señal debe estar presente en las tomas LINE
(16) del canal 5-6 (si es necesario desconecte el
aparato conectado a esta tomas).
4.3.4 Aparatos con efectos
Para insertar un aparato con efectos en la vía
master, conecte la entrada del aparato con efectos a
la toma EXT. EFF SEND (19) y la salida a las tomas
AUX/EXT. EFF RETURN (21).
4.3.5 Pedal
Para conectar y desconectar el efecto interno de
eco, es posible conectar a la toma EXT. EFF SEND
(19) en vez de conectar un aparato con efectos, un
pedal (por ejemplo FS-60A de MONACOR).
4.3.6 Amplificador
Si otro amplificador es necesario para la sonoriza-
ción, conéctelo a las tomas MASTER OUTPUT (22).
La señal master esta presente, independientemente
de los potenciómetros MASTER LEVEL (23).
4.3.7 Recintos
Conecte los dos recintos vía los cables de conexión
entregados a las tomas SPEAKER OUTPUT (28).
4.3.8 Subwoofer
Si es necesario, puede también conectar un sub-
woofer junto a los altavoces del TXA-200SET. La
señal de grave esta presente en la toma SUB OUT
(20), en la cual el nivel esta regulado de manera
comuna con el reglaje para los altavoces principales
4.3.8 Subw'oofer
Indien nodig kunt u het lagetonenbereik van de luid-
sprekerkasten van de TXA-200SET ondersteunen
door een subwoofer. Op de jack SUB OUT (20) kunt
u het bassignaal afnemen. Het niveau van dit signaal
kunt u samen met dat van de aangesloten hoofdluid-
spreker instellen via de regelaar MASTER LEVEL
(23). Sluit op deze jack een actieve subwoofer aan of
– via een versterker – een passieve subwoofer.
5 Bediening
1) Plaats de regelaars MASTER VOLUME (23) in
de minimumstand, alvorens in te schakelen. Zo
vermijdt u inschakelploppen. Voor de basisinstel-
ling plaatst u alle regelaars LEVEL (12), EFF (10)
evenals de regelaar EFF LEVEL (6) en AUX/
EFF. RETURN (4) in de minimumstand ("0").
Draai alle regelaars PAN (1), BAL (2), TREBLE
(9) en BASS (11) in de middelste stand.
2) Indien op de kanalen 1 en 2 microfoons met fan-
toomvoeding zijn aangesloten, schuift u de scha-
kelaar PHANTOM (8) naar rechts. Indien niet,
schuift u de schakelaar naar links.
Opgelet! Bij ingeschakelde fantoomvoeding (de
rode LED naast de schakelaar PHANTOM licht
op na het inschakelen van de versterker) mag u
op de microfooningangen van de kanalen 1 en 2
geen ongebalanceerde microfoons aansluiten.
Deze kunnen immers worden beschadigd.
3) Schakel het apparaat in met de POWER-schake-
laar (24). De gele LED POWER ON (7) licht op.
Als u een radiomicrofoon gebruikt, schakelt u
deze in. De rode LED RX (13) licht op. Indien
niet, controleer dan de batterij van de microfoon
of verklein de afstand tussen versterker en micro-
foon. De reikwijdte bedraagt ca. 30 m.
4) Schakel alle aangesloten apparaten in en draai
de regelaar MASTER LEVEL (23) iets open,
zodat de latere instellingen via de aangesloten
luidspreker hoorbaar zijn.
vía los potenciómetros MASTER LEVEL (23). A esta
toma, conecte un subwoofer activo o un subwoofer
pasivo vía un amplificador.
5 Funcionamiento
1) Antes de la puesta en marcha, ponga los poten-
ciómetros MASTER VOLUME (23) en "0" para
evitar todo ruido fuerte durante la conexión. Para
el reglaje de base, ponga todos los potencióme-
tros LEVEL (12), EFF (10) y el potenciómetro
EFF LEVEL (6) y el potenciómetro e AUX/EXT.
EFF LEVEL (4) en "0"; gire todos los potenció-
metros PAN (1), BAL (2), TREBLE (9) y BASS
(11) en la posición mediana.
2) Si conecta micros con alimentación phantom a
los canales 1 y 2, pulse el selector PHANTOM (8)
hacia la derecha. Si no es el caso, pulse el sel-
ector hacia la izquierda.
¡Atención! es imperativo de no conectar micros
asimétricos en la entrada micro de los canales 1
y 2 si la alimentación phantom esta conectada
(el LED rojo al lado del interruptor PHANTOM
brilla); estos micros podrían dañarse.
3) Conecte el aparato con el interruptor POWER
(24). El LED amarillo POWER ON (7) brilla.
Si utiliza un micro inalámbrico, conéctelo. El
LED rojo RX (13) brilla. Si no es el caso, verifique
la batería del micro o diminuya la distancia entre
el amplificador y el micro. El alcance es de más o
menos 30 m.
4) Conecte todos los aparatos y regule un poco los
potenciómetros MASTER LEVEL (23) para que
los reglajes siguientes sean audibles vía los alta-
voces conectados.
5) Con los potenciómetros LEVEL (12), mezcle las
señales de los aparatos conectados o si lo
desea, efectué un fundido encadenado. Regule
siempre los potenciómetros de los canales inuti-
lizados en la posición "0".
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido