18
NL
5.3.3 Olie en benzine bijvullen
OPMERKING
zine dat gebruikt moet worden is aangege-
ven in de handleiding van de motor.
Controleer het oliepeil wanneer de motor stil-
staat: het oliepeil moet zich, volgens de moda-
liteiten in de handleiding van de motor, tussen
de aanduidingen MIN. en MAX. van de peil-
stok bevinden.
GEVAAR!
!
in de open lucht of in een goed geventileerde ruimte. Denk er altijd aan dat
benzinedampen brandbaar zijn! GEEN OPEN VUUR IN DE BUURT VAN DE
TANK BRENGEN OM DE INHOUD TE CONTROLEREN EN NIET ROKEN TIJ-
DENS HET BIJVULLEN.
BELANGRIJK
ze niet beschadigd worden; bij toevallige lekken onmiddellijk spoelen met water. De
garantie dekt geen schade aan de plastic onderdelen van de carrosserie of de motor,
veroorzaakt door benzine.
5.3.4 Montage van de beveiligingen aan de uitwerpopening (opvangzak of steen-
beschermkap)
LET OP!
!
Haak de opvangzak (1) vast aan de steunpunten (2) en centreer hem tegenover de
Het type van olie en ben-
Het bijvullen dient altijd te gebeuren met de motor uit. Doe dit
Vermijden benzine op de plastic gedeelten te gieten zodanig dat
Gebruik de machine nooit zonder deze beveiligingen!
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Het bijvullen van de brandstof
dient uitgevoerd te worden met
behulp van een trechter. Let
daarbij op de tank niet te vol te
vullen.
De inhoud van de tank bedraagt
ongeveer 6 liter.
MAX
MIN