Cramer 82LT107 Manual Del Usuario página 163

6.1 FOUTCODE
Foutcode Beschrijving
T11 Overspanning
T12 Onderspanning
T13 Fout in de zelftest van de controller Als u dit probleem tegenkomt, neem dan contact op met uw
T14 Aandrijfmotor vastgelopen
T15 Motorencoder fout
T16 Fout in besturingscircuit controller
T17 Overtemperatuur van de rijcontrol-
ler
T18 Oververhitting van de aandrijfmotor De ingestelde temperatuur is te hoog. Wacht tot de motor is
T21 Temperatuursensor van de aandrijf-
motor abnormaal
T22 Overstroom van de controllerhard-
ware van de aandrijving
T23 Fout vóór het laden
T25 Overstroom van de aandrijfsoftware De belasting is te hoog. Herstart de stroomvoorziening.
T26 Aandrijving MOS fout
T27 Faseverlies van de motor
T28 Overtemperatuur van de rijcontrol-
ler
V14 Volgorde achterruit maaien onjuist
V15 Fout in de zelftest van het voertuig
V16 Bedieningsvolgorde onjuist
Engels
Oplossing
De spanning is te hoog. Herstart de stroomvoorziening.
De spanning is te laag. Laad het accupack op voor gebruik.
distributeur voor een oplossing.
Controleer of de aandrijfwielen vastzitten en herstart de
stroomvoorziening.
Controleer of de Hall-effect connector van de rijcontroller
goed is aangesloten, en start dan de stroomvoorziening op-
nieuw op.
Als u dit probleem tegenkomt, neem dan contact op met uw
distributeur voor een oplossing.
De temperatuur van de controller is te hoog. Wacht tot de
controller is afgekoeld en start dan de stroomvoorziening
opnieuw op.
afgekoeld en start dan de stroomvoorziening opnieuw.
Controleer de bedrading van de temperatuursensor op afwij-
kingen.
De belasting is te hoog. Herstart de stroomvoorziening.
Herstart de stroomvoorziening.
Als u dit probleem tegenkomt, neem dan contact op met uw
distributeur voor een oplossing.
Controleer of de motorkabels van de rijcontroller correct zijn
aangesloten en start dan de stroomvoorziening opnieuw.
De temperatuur van de controller is te hoog. Wacht tot de
controller is afgekoeld en start dan de stroomvoorziening
opnieuw op.
Druk op de knop voor achteruit maaien voordat u achteruit
maait.
1. Controleer voordat u het voertuig start of de rem in de
ingeschakelde stand staat.
2. Voordat u het voertuig start, zet u de schakelaar van het
blad in de uit-stand en controleert u of de schakelaar
van het blad goed is aangesloten.
3. Zet de FNR-versnellingspook in de N-stand voordat u
het voertuig start.
4. Controleer of de connector onder de zitting goed is aan-
gesloten.
5. Druk niet op de cruisecontrolknop als u het voertuig
start.
6. Trap het gaspedaal niet in bij het starten van het voer-
tuig.
Zet het gaspedaal en de bladschakelaar terug in hun uit-
gangspositie.
163
NL